SCV, d1 les 6

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Sociaal communicatieve vaardigheden

les 6

Terugblik les 5

• Wat is ruis?
• Wat is het verschil tussen interne en externe ruis?
• Wat kun je doen om ruis in een gesprek te verminderen?

Communicatie & gedrag: H. 1.4

Leerdoelen les 6

• Ik kan het begrip congruentie uitleggen.
  
• Ik kan het verschil tussen het inhoudsniveau en betrekkingsniveau uitleggen.
  
• Ik kan het inhoudsniveau en betrekkingsniveau in een casus aanwijzen.
• Ik kan tijdens een oefening verbaal en non-verbale communicatie op elkaar laten aansluiten. 

Communicatie & gedrag: H1.3

Elke boodschap die je communiceert bevat twee niveaus. Dit zijn een inhouds- en een betrekkingsniveau.

Het inhoudsniveau van communicatie is de communicatie die zich richt op de feiten die de zender verbaal communiceert.

Het betrekkingsniveau van communicatie is de communicatie die laat zien hoe je je voelt bij de communicatie (relatie). 

In elke boodschap zit dan: 

- zelfdefinitie: hoe jij jezelf ziet

- definitie van de ander: hoe je de relatie met de ander ziet

Jasper praat met Lisa over een toetsuitslag; "je moet de volgende keer wat beter leren". Wat is het betrekkingsniveau?

1. Lisa heeft een onvoldoende
2. Jasper vindt dat lisa van hem kan leren.
3. Jasper vindt dat hij ervaring heeft met toetsen.

Congruent communiceren

Door de manier waarop je iets zegt (betrekkingsniveau) kan de informatie die je zendt (inhoudsniveau) een andere betekenis krijgen. 

Congruente communicatie is communicatie waarbij inhoud en betrekking op elkaar aansluiten en elkaar versterken.

Hoe kun je inhoudsniveau en betrekkingsniveau uitleggen a.d.h.v. deze casus? (door hoe te veranderen kun je het wat versterken)

Oefening 1

Levend standbeeld

Subgroep van 3 tot 4 personen: 

• 1 instructeur, geeft aanwijzingen
• 1 acteur, moet aanwijzingen opvolgen 
• 1 tot 2 personen raden

* Laat de acteur een houding & gezichtsuitdrukking aannemen die bij het kaartje past (je mag geen emotie benoemen). 

om deelnemers bewust te maken van non-verbaal gedrag

 ter verkenning van inhouds- en betrekkingsniveau in communicatie.

aandachtig luisteren, arrogantie, hoge status, geen interesse

Oefening 2 

Grens bepalen (vervolg)

Ieder zijn persoonlijke ruimte ligt ergens anders.  

• Persoon (B) loopt vanaf de andere kant van de ruimte naar persoon (A) met een neutrale houding. 
• Persoon (A) geeft congruent aan dat zijn/haar grens is bereikt en de ander moet stoppen. 
• Geef duidelijk een grens aan: persoon (B) loopt door als hij/zij de grens nog niet voelt. 

Nabespreking: wat helpt bij grens aangeven?

Online licentie

Communicatie en gedrag - 01 Communicatie:

Opdracht 3. Wat is het

Opdracht 4: Waar of niet