BBL 3 Lesweek 4 1.1 Herhalen signaalwoorden + 1.3 Aantekeningen maken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhalen: signaalwoorden en aantekeningen maken. (10 min)
• In een groepjes aantekeningen maken m.b.v. een zelfgekozen tekst (docent biedt ze ter keuze aan). (30 min)
• Elkaar voorzien van feedback. (20 min)

Weet je nog van vorige les?

Een verband kan zijn:

• Volgorde: eerst, daarna, tenslotte.
• Opsomming: en, ook.
• reden of argument: want, omdat.
• tegenstelling: maar, echter, toch.
• oorzaak-gevolg: doordat, waardoor, daardoor.
• toelichting of voorbeeld: bijvoorbeeld, zo, zoals.
• doel-middel: daarvoor, zodat.
• samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden.
• conclusie: dus, kortom.

Even oefenen....

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.

Wat is het signaalwoord?

1. Maar
2. Baantje
3. Tijd

Wat is het verband van 'maar'?

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Reden

Ik heb een goed cijfer, omdat ik goed geleerd heb.

1. Reden
2. Tegenstelling
3. Opsomming

"De onregelmatige werktijden, de lichamelijke belasting en het tekort aan personeel in de autobranche maken het werk zeer vermoeiend!".

Welk verband kom je hierboven tegen?

1. tegenstelling
2. opsomming
3. voorbeeld

Vandaag leer je verschillende soorten remmen. Bijvoorbeeld remblokken, remschijven en trommelremmen.

Welk signaalwoord kom je hierboven tegen?

1. migratie
2. verschillende
3. bijvoorbeeld

Eerst verwijder ik de wielbouten, daarna meet ik de dikte van de remschijf.

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Tijd

Wat weet je nog over het maken van aantekeningen tijdens het luisteren?

Aantekeningen maken en uitwerken (2)

Dit gaan we oefen

Je krijgt dit uitgedeeld

Opdracht 

Je werkt samen (2 a 3 personen).

Jullie krijgen een artikel (naar keuze) te lezen.

Jullie maken daarbij aantekening. (invulblad)

We leggen alle aantekeningen op de tafels.

We geven elkaar feedback.

We bespreken de leerpunten.