Bonjour et bienvenue

Bonjour et bienvenue !
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Bonjour et bienvenue !

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui
  • Herhaling woordjes tot nu toe
  • On parle !
  • Lidwoorden

Slide 2 - Diapositive

Wat zie je op de foto?

Slide 3 - Question ouverte

Wat zie je op de foto?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe zeg je "eet smakelijk" tegen hen?

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal dit zinnetje:
Pas op! Ik vind de vis leuk. En jij?

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal dit zinnetje:
Ik woon in Hilversum.

Slide 7 - Question ouverte

On parle
"Speeddate" avec le groupe !

Slide 8 - Diapositive

Lidwoorden
de, het, een 

Slide 9 - Diapositive

de / het 
- "de" of "het" vertaal je met 
le / la / l' / les

- zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk of vrouwelijk
In de woordenlijst leer je of een woord mannelijk of vrouwelijk is

Slide 10 - Diapositive

Vrouwelijk enkelvoud
Voor vrouwelijke woorden gebruik je la of l'

la fille, la mère, la table
l'abeille, l'Espagne --> woorden die beginnen met een klinker of stomme h

Slide 11 - Diapositive

Welke klinkers ken je?

Slide 12 - Question ouverte

Mannelijk enkelvoud
Voor mannelijke woorden gebruik je le of l'

le garçon, le père, le tableau
l'enfant, l'oncle, l'hôtel --> woorden die beginnen met een klinker of stomme h

Slide 13 - Diapositive

Mannelijk/vrouwelijk meervoud
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -s zijn meestal meervoud. (-s niet uitspreken)

les filles, les garçons, les abeilles, les hôtels, etc.

Slide 14 - Diapositive

... grand-mère
... grand-père
... bébés
... fille
le
la
la
les

Slide 15 - Question de remorquage

Vul de open plekken in.
(1) ... tente est ici, à (2) ... piscine.

Slide 16 - Question ouverte

Vul de open plekken in.
Bon appètit ! (1)... chat mange (2) ... saucisses.

Slide 17 - Question ouverte

Vul de open plekken in.
Charlotte est (1) ... ami de (2) ... famille.

Slide 18 - Question ouverte

Wat zie je op de foto (meervoud!)?

Slide 19 - Question ouverte

Wat zie je op de foto? (meervoud)

Slide 20 - Question ouverte

Wat zie je op de foto? (meervoud)

Slide 21 - Question ouverte

Een
Je weet nu hoe je "de" en "het" vertaalt. Hoe zit dat met "een"

le garçon (de jongen) = un garçon (een jongen)
la fille (het meisje) = une fille (een meisje)

Slide 22 - Diapositive

Au travail
Fais: 16A, 16C, 16D
17A, 17D
18

Leren woordjes A, B

Slide 23 - Diapositive