herhaling elektriciteit t/m paragraaf 3

herhaling elektriciteit t/m paragraaf 3
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NaskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

herhaling elektriciteit t/m paragraaf 3

Slide 1 - Diapositive

Waardoor wordt elektriciteit vervoert?
A
Kunststof kabels
B
Koperdraad
C
Glasvezel
D
Aarde

Slide 2 - Quiz

welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar

Slide 3 - Quiz

Welke stoffen geleiden de elektriciteit?
A
koper, goud, steen
B
Rubber, ijzer, koper
C
goud, zilver, brons
D
koper, ijzer, perspex

Slide 4 - Quiz

Wat is de spanning van de elektriciteit in onze huizen?
A
20 kV
B
380 kV
C
10 kV
D
230 V

Slide 5 - Quiz

serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?
C
gemengde schakeling

Slide 6 - Quiz

Een voltmeter meet:
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Elektriciteit
D
Energie

Slide 7 - Quiz

Hoe schakel je een ampèremeter (stroom) in de schakeling?
A
Zoals in schema 1
B
Zoals in schema 2

Slide 8 - Quiz

Een stof die elektriciteit goed doorlaat heet een ....
A
Isolator
B
Geleider

Slide 9 - Quiz

Brandt de lamp?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Wat is de eenheid van de stroomsterkte?
A
Volt
B
Spanning
C
Ampère
D
Elektriciteit

Slide 11 - Quiz

Een stroommeter schakel je in serie in de schakeling
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?

Slide 13 - Quiz

serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?

Slide 14 - Quiz

Geleider of geen geleider? Sleep de voorwerpen naar het goede vak
Geleider
Geen geleider (isolator)
koolstof
staal
koper
pvc
rubber
glas
aluminium

Slide 15 - Question de remorquage

Dit is het symbool van
A
spanningsbron
B
ampèremeter
C
schakelaar
D
lamp

Slide 16 - Quiz

Bekijk het symbool uit de afbeelding. Waar staat het symbool voor?
A
Een schakelaar
B
Een batterij
C
Een snoer
D
Een spanningsmeter

Slide 17 - Quiz

Bekijk het symbool uit de afbeelding. Waar staat het symbool voor?
A
Een schakelaar
B
Een batterij
C
Een snoer
D
Een spanningsmeter

Slide 18 - Quiz

Het symbool in de afbeelding staat symbool voor een .............
A
Stopcontact
B
Amperemeter
C
Lamp
D
Weerstand

Slide 19 - Quiz

Het symbool in de afbeelding staat symbool voor een .............
A
Stopcontact
B
Amperemeter
C
Lamp
D
Weerstand

Slide 20 - Quiz

Dit is het symbool voor...
A
spanningsmeter
B
multimeter
C
ampèremeter
D
voltmeter

Slide 21 - Quiz

Bekijk het symbool uit de afbeelding. Waar staat het symbool voor?
A
Een stroommeter
B
Een lampje
C
Een bel
D
Een spanningsmeter

Slide 22 - Quiz

Dit is het symbool van...
A
een lamp
B
een LED
C
een lamp
D
een schakelaar

Slide 23 - Quiz


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 24 - Quiz

Staat deze schakeling in serie of parallel?
A
serie
B
parallel

Slide 25 - Quiz

Is dit een serie- of parallel-
schakeling?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 26 - Quiz

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 27 - Quiz

Hoeveel Ampére
geeft deze
ampéremeter aan.
A
0,027 A
B
0,27 A
C
2,7 A
D
27A

Slide 28 - Quiz

Een amperemeter meet:
timer
0:30
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Elektriciteit
D
Energie

Slide 29 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Staat de amperemeter correct aangesloten als je alleen de stroomsterkte over de bovenste lamp wilt meten?
A
Nee, een amperemeter moet over de lamp aangesloten worden
B
Nee, de amperemeter moet in de kring van de spanningsbron
C
Ja , de amperemeter zit in de kring van de lamp.
D
Zowel A, B & C zijn onzin.

Slide 30 - Quiz

Is de spanningsmeter
goed aangesloten?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Is de stroommeter
goed aangesloten?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz