Proefwerk Elektriciteit Havo

Proefwerk H4



Elektriciteit
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Proefwerk H4



Elektriciteit

Slide 1 - Diapositive

Eenheid van stroomsterkte
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 2 - Quiz

Welke stof is geen geleider?
A
Koper
B
IJzer
C
Aluminium
D
Glas

Slide 3 - Quiz


A
Stroommeter
B
Spanningsmeter
C
Spanningsbron
D
Lampje

Slide 4 - Quiz

De watt is een eenheid van
A
stroom
B
energie
C
vermogen
D
spanning

Slide 5 - Quiz

Wat is het symbool van stroomsterkte?
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 6 - Quiz

De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde verbruikt noemen we ..:

Slide 7 - Question ouverte


A
Stroommeter
B
Spanningsmeter
C
Spanningsbron
D
Lampje

Slide 8 - Quiz

Op de afbeelding zie je een....
A
Zekering
B
Schakelaar
C
Lampje
D
Weerstand

Slide 9 - Quiz

geleider of isolator:
alluminium
A
geleider
B
isolator

Slide 10 - Quiz

Stroomsterkte is een...
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quiz

Hoe noemen we de laag om een stroomkabel?
A
Isolator
B
Geleider

Slide 12 - Quiz

Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling

Slide 13 - Quiz


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 14 - Quiz

Is het een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
Serie
B
Parallel
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 15 - Quiz

Welke formule gebruik je om weerstand parallel te berekenen?

Slide 16 - Question ouverte

Twee weerstanden van 200 Ohm zijn parallel geschakeld. Wat is de vervangingsweerstand?

Slide 17 - Question ouverte

R1 (20ohm) en R2 (40ohm) staan parallel. Wat is de vervangingsweerstand?

Slide 18 - Question ouverte

Als je twee baterijen van 3 V in serie schakelt, wat is dan de totale spanning?

Slide 19 - Question ouverte

Leg uit of je een spanningsmeter altijd in serie of parallel moet schakelen.

Slide 20 - Question ouverte

Een lampje heeft een weerstand van 25 Ohm, en twee lampjes een weerstand van 10 Ohm.
Wat is de totale weerstand?

Slide 21 - Question ouverte

Alle lampjes hebben dezelfde weerstand. De totale weerstand is 90Ω. Wat is de weerstand per lampje?

Slide 22 - Question ouverte

De spanning in een weerstand is 6V, de weerstand van de weerstand is 50 ohm. Wat is de stroomsterkte?

Slide 23 - Question ouverte

In een schakeling zitten 2 weerstanden in serie. Een van deze weerstanden heeft een waarde van 115Ohm. De tweede weerstand is 'variabel'. Op de batterij staat 12,3V en de stroommeter wijst 0,056A aan. Wat is de weerstand van de variabele weerstand?

Slide 24 - Question ouverte

Controle vraag 2:
Je schakelt 5 baterijen van 1,5 volt in serie, eentje zit er verkeerd om. Hoe groot is de totale spanning?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is de stroomsterkte die de spanningsbron in deze schakeling levert?

Slide 26 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de andere lampjes, als je het 1e lampje eruit draait?
A
De spanning wordt 0 V.
B
De andere lampjes gaan uit
C
Er gebeurt niets
D
De stroomkring wordt onderbroken

Slide 27 - Quiz

Wat is de eenheid van spanning?
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 28 - Quiz

Lees de volgende stroommeter af. Wat is de stroomsterkte?

A
3,3 V
B
0,33 V
C
0,03 V
D
3,5 V

Slide 29 - Quiz

Kijk naar de afbeelding hiernaast. Waar zijn de batterijen NIET goed aangesloten op elkaar?
A
A en B
B
B
C
A en C
D
C en B

Slide 30 - Quiz

In een lamp in de woonkamer zit een bolletje waar 2,5 A op staat. Op de adapter van de lamp staat 3,2 V.
Wat is het vermogen van deze lamp?

Slide 31 - Question ouverte

Sleep de symbolen bij het juiste woord.
Spanning
Stroomsterkte
Vermogen
U
I
V
W
P
A

Slide 32 - Question de remorquage

Wat voor stroomsterkte geeft de ampèremeter nr 1 aan?

Slide 33 - Question ouverte

Laat zien dat de mixer een stroomsterkte heeft van ongeveer 0,45 A en de stofzuiger een stroomsterkte van ongeveer 2,75 A.
Gebruik de formule P = U x I

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Question de remorquage