Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Burgers en stoommachines
De opkomst van de machines
Burgers en stoommachines
Quiz
Slide 1 - Diapositive
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 2 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 3 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 4 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 5 - Quiz
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 6 - Quiz
In welke beroepen begon de Industriële revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 7 - Quiz
Noem voorbeelden waaruit blijkt dat de werkomstandigheden van de arbeiders vaak zeer slecht waren.
Slide 8 - Question ouverte
Noem voorbeelden waaruit blijkt dat de woonomstandigheden van de arbeiders vaak zeer slecht waren.
Slide 9 - Question ouverte
Waar leefde de meeste mensen voor de industriële revolutie?
A
in arbeiderswijken in een dorp
B
in een arbeiderswijk in de stad
C
Op het platteland
D
in fabrieken
Slide 10 - Quiz
De eerste fabrieken werden gebouwd...
A
Op grote industrieterreinen
B
Bij snel stromende rivieren
C
Dichtbij de steden
D
In de kolonies
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Past de afbeelding bij de tijd van de industriële revolutie? Leg uit waarom je dat denkt.
Slide 13 - Question ouverte
1
4
2
3
Cultuurstelsel wordt grotendeels afgeschaft
Boeren in Indonesië worden uitgebuit
Multatulibrengt het boek Max Havelaaruit
Cultuurstelsel wordt ingevoerd
Slide 14 - Question de remorquage
Een groot machtig rijk, bijvoorbeeld Groot-Brittannië met al zijn kolonies.
Een kolonie besturen door vorsten uit die kolonie in te schakelen.
Een gebied dat in een ander land werelddeel ligt en door een (Europees) land was veroverd.
Verovering van grote delen van Afrika en Azië door Europese landen tussen 1870 en 1914.
Een Nederlandse kolonie in Azië. Dit land heet tegenwoordig Indonesië.
Een groot landbouwbedrijf in een kolonie, waar slaven werkten en waar meestal maar één product werd verbouwd.
Plantages
Kolonies
Imperium
Nederlands-Indië
Indirect bestuur
Modern imperialisme
Slide 15 - Question de remorquage
Leg uit hoe het cultuurstelsel werkte
Slide 16 - Question ouverte
Waarom was het cultuurstelsel voordelig voor Nederland?