H3 Steden Vaardig met vaardigheden: schaal en afstanden

H3: Steden
Geografische vaardigheden: schaal en afstanden
L2ab - 2020/2021
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H3: Steden
Geografische vaardigheden: schaal en afstanden
L2ab - 2020/2021

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Welkom: vragen/opmerkingen
Leerdoelen
Uitleg
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. Weet je verschil tussen overzichtskaart en thematische kaart
  2. Weet je wat een schaalgetal is
  3. Kun je afstand op een kaart omrekenen naar werkelijke afstand

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten kaarten
Thematische kaart: een kaart over een bepaald onderwerp (thema)
Overzichtskaart: een kaart met daarop de belangrijkste landen, steden, (spoor-)wegen, bergen, rivieren, meren enzovoort.
- Staatkundige kaart
- Natuurkundige kaart 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Overzichtskaart
Waarom niet zo'n goede kaart wat mist?
Lastig want geen legenda/titel
Wat betekenen de kleuren?
Kaarten in klas

Slide 6 - Diapositive

cHINA
Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsspreiding
Waarom?
Westen: natuurlijke omstandigheden ongunstig: te hoog koud en droog (gebergtes / woestijnen)
Oosten: zee handel 
Gevolg: daar ontstaan steden
Bijvoorbeeld 1:32 (spreek uit: 1 OP 32) wil zeggen:
1 cm is in werkelijkheid 32 cm
32 is het SCHAALGETAL


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Schaal = de verhouding tussen de afstand op de kaart en de afstand in werkelijkheid.

  • 1:100.000
  • Je spreekt uit 1 staat tot honderdduizend
  • 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 100.000 cm

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


1:200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 200.000 cm (=2km)
Hoe groter het schaalgetal hoe meer verkleind

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaalrekenen
Voor berekenen van afstanden gebruik je de volgende formule:
AK x S = W

AK = De Afstand op de Kaart 
S= Schaalgetal
W = Werkelijkheid


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1:1000.000
1 cm is in het echt
1.000.000 cm

Om van cm km te maken: 
5 nullen eraf.
Om van km cm te maken: 
5 nullen erbij.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De schaal is 1:22.000.000
Twee plaatsen liggen 1 cm uit elkaar.
Hoeveel km liggen ze uit elkaar?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

  • 1 cm is 20.000.000 cm.
  • 1 cm is 200 km (-5 nullen)

De schaal is 1:20.000.000
Twee plaatsen liggen 1 cm uit elkaar.
Hoeveel km liggen ze uit elkaar?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De afstand tussen twee plaatsen op de kaart is 4 cm. De schaal is 1 : 250.000. Wat is de afstand in werkelijkheid? Zet de berekening erbij.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1 cm = 250.000 cm in werkelijkheid.
4 cm = 4 x250.000 cm
  = 1.000.000 cm 
  = 10 km in werkelijkheid


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De afstand tussen twee plaatsen in werkelijkheid is 75 km. De schaal is 1 : 250.000. Wat is de afstand op de kaart?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1 cm = 250.000 cm in werkelijkheid 
  = 2.5 km (5 nullen eraf)

75 km in werkelijkheid 
 75 : 2.5
     = 30 cm op de kaart.



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Absolute en relatieve afstand
absolute afstand: de afstand tussen twee plaatsen in een rechte lijn gemeten (hemelsbreed).

Relatieve afstand: de afstand uitgedrukt in tijd. Dit is afhankelijk van het soort voertuig dat je gebruikt, maar ook het soort weg. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doordat Kees over een bergweg naar zijn school moet fietsen is de relatieve afstand groter dan de absolute afstand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Je maakt op blz. 74/75 van je werkboek opdracht: 1, 2 en 3. 

Ben je klaar?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions