WK 39: Les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Wat gaan we doen?

- Terugblik (5')

- Lesdoelen doornemen (2')

- Instructie: herhalen verbindingsmanieren (6')

- Zelf aan de slag (20')

- Nieuwsquiz (10')

- Evaluatie (2')

Terugblik

• Vorige les hebben we de tekstverbanden uit jaar 2 herhaald.

• Welke 7 tekstverbanden hebben we behandeld? 

Tegenstelling

Oorzaak-gevolg

Middel-doel

Reden

integendeel

echter

maar

daarmee

het doel is..

waarmee

daardoor

doordat

omdat

want

namelijk

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ...heb je de volgende delen van de lesstof van  2 herhaald: 

         - verbindingsmanieren benoemen

         - alineaverbanden en signaalwoorden herkennen

         - onderwerp en hoofdgedachte bepalen

         

Verbindingsmanieren

Zinnen en alinea's worden verbonden door middel van een verband. Dit kan op verschillende manieren worden aangegeven:

1. door het gebruik van een signaalwoord

2. door het herhalen van een woord

3. door een overgangszin met een verwijzing

4. door een aankondigende zin

Een signaalwoord

- Begin van een alinea

- Geven ook het soort verband aan

Maar er zijn ook andere meningen over dit onderwerp.

Een herhaling van een woord(groep)

- Woorden uit de vorige alinea worden  herhaald

- Hetzelfde woord of een synoniem

Gelukkig is er nog meer te doen op het OVC.

Op deze school zijn er naast lessen ook schoolfeesten......

Een overgangszin met verwijzend woord

- Samenvattende zinnen

- Begin of eind van een alinea

- deze, die, dit, dat etc.

Het is beter om zo vroeg mogelijk te beginnen met leren.

Dat vergeet een grote groep scholieren.

Een aankondigende zin

- Wat kan de lezer verwachten in het vervolg?

Eerst behandel ik de voor- en tegenargumenten. Daarna komen er enkele deskundigen aan bod, waarna ik afsluit met een conclusie.

Keuze 1

- Kies zelf een artikel uit een van de 

   kranten Trouw, Volkskrant of NRC

- Zoek minstens drie verbindings- 

   manieren in het artikel

- Formuleer een kernzin voor     

   minstens één alinea

- Zoek minstens drie verbanden

- Benoem het onderwerp

- Benoem de hoofdgedachte

- Benoem de manier van inleiden

- Benoem de manier van afsluiten

Keuze 2

- Lezen H1: opdracht 3 (blz. 33)

- Lezen H1: opdracht 5 (blz. 35)

Verbanden:

- Uitspraak-opsomming          - Uitspraak-reden

- Uitspraak-voorbeeld              - Middel-doel 

- Uitspraak-tegenstelling        - Oorzaak-gevolg

- Uitspraak-vergelijking

Verbindingsmanieren:

- Signaalwoord

- Herhaling

- Aankondigende zin

- Overgangszin met verwijzing

Evaluatie

Hoe vond je het vandaag?