MA Wat is Jeugdzorg/ woonbegeleiding.

Mens en activiteit
 
Jeugdzorg/ woonbegeleiding


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Mens en activiteit
 
Jeugdzorg/ woonbegeleiding


Slide 1 - Diapositive

Theorie 
1: Werken in de jeugdzorg
2: Puberteit






Slide 2 - Diapositive

Werken in de jeugdzorg

Slide 3 - Diapositive

Wat denk jij dat jeugdzorg is?

Slide 4 - Question ouverte

Jeugdzorg
De meeste kinderen en jongeren ontwikkelen zich prima. Maar in sommige gevallen is extra begeleiding of zorg nodig om de ontwikkeling van het kind of de jongere positief te laten verlopen. 
In een jeugdinstelling wordt zorg verleend aan kinderen en jongeren die orthopsychiatrische problemen hebben. Daarbij gaat het om een combinatie van ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problemen.
orthopsychiatrische problemen
Combinatie van ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problemen.
gedragsproblemen
Wanneer het gedrag van kinderen en jongeren als probleem wordt ervaren.

Slide 5 - Diapositive

Gedragsproblemen
Alle kinderen en jongeren zijn wel eens lastig, dwars of boos, maar er is dan nog niet direct sprake van ernstige gedragsproblemen. Toch kan het zijn dat dit soort gedrag uit de hand loopt. Het kind komt dan door zijn gedrag steeds vaker in de problemen. Op school mag een jongere bijvoorbeeld de les niet meer in of wordt zelfs geschorst. Dit alles heeft ook negatieve invloed op de omgeving van de jongeren. Ouders ervaren dat ze de opvoeding niet aankunnen, en er zijn veel spanningen in het gezin.

Slide 6 - Diapositive

Wat zouden gedragsproblemen kunnen zijn?

Slide 7 - Carte mentale

Ernstige gedragsproblemen zijn:

  • druk en impulsief gedrag: veel praten, anderen afleiden van hun werk, niet nadenken maar meteen doen;
  • dwars en opstandig gedrag: niet luisteren naar ouders, docenten, ruzie maken;
  • prikkelbaar/driftig gedrag: woedeuitbarstingen, geïrriteerd en boos reageren op de omgeving; 
  • asociaal gedrag: grof taalgebruik, liegen, stelen, vechten.

Of een kind een gedragsstoornis ontwikkelt, kan voor een deel erfelijk bepaald zijn en wordt daarnaast beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals vrienden of de gezinssituatie.

Slide 8 - Diapositive

Ontwikkelingsstoornissen
Naast ernstige gedragsproblemen heb je als begeleider ook te maken met ontwikkelingsstoornissen bij kinderen of jongeren. 

Een ontwikkelingsstoornis is een psychische aandoening bij kinderen die problemen geeft in de normale ontwikkeling. Hierdoor verloopt de ontwikkeling van het kind anders dan bij de meeste kinderen.

Slide 9 - Diapositive

Wat is GEEN geestelijke ontwikkelingsstoornis?
A
ADHD
B
ADD
C
Epilepsie
D
ASS

Slide 10 - Quiz

ADHD
Kinderen en jongeren met ADHD zijn druk in hun gedrag. Ze hebben problemen met concentratie en worden snel afgeleid door alles wat er om hen heen gebeurt.
ADHD
Attention Deficit Hyperactivity Disorder

Slide 11 - Diapositive

ADD
Bij kinderen/jongeren met autisme werkt de informatieverwerking in de hersenen op een andere manier. Ze vinden het vaak moeilijk om te communiceren met andere mensen. Een kind met autisme of een aan autisme verwante stoornis ervaart de wereld anders dan de meeste mensen dit doen. Autisme is een aangeboren stoornis, het wordt niet veroorzaakt door de opvoeding.
ADD
Autisme Spectrum Stoornis

Slide 12 - Diapositive

ODD

Kinderen met ODD zijn opstandig en vertonen asociaal gedrag.
 Ze luisteren slecht, zijn vaak boos en zoeken snel ruzie met anderen. 
Dit gaat vaak samen met leer- en taalproblemen, depressie en ADHD.


ODD
Oppositional Defiant Disorder

Slide 13 - Diapositive

Puberteit

Slide 14 - Diapositive

De puberteit is de periode waarin meisjes en jongens zich geestelijk en lichamelijk tot volwassenen ontwikkelen. Dat gebeurt in de leeftijd van ongeveer 10 tot 18 jaar. De puber is geen kind meer, maar ook nog niet volwassen.

 Het woord ‘puberteit’ is afgeleid van het Latijnse ‘pubertas’. Dat betekent: het man-zijn. Het laatste deel van het woord -tas is in het Nederlands -teit geworden.

Maar..... wat gebeurt er nu allemaal in de puberteit???????

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo