betoog - herhaling

Welkom H4C!
Ga rustig zitten.
Pak je spullen: werkboek en pen.
Telefoon op stil & in je tas.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom H4C!
Ga rustig zitten.
Pak je spullen: werkboek en pen.
Telefoon op stil & in je tas.

Slide 1 - Diapositive

Doel
  • Ik ken en begrijp de theorie over argumenteren.

Wat gaan we doen? (50 min.)
  • terugblik                                
  • doel bereikt? 
  • (huis-)werk                          

Slide 2 - Diapositive

blz. 215, opdracht 9
  • A bespelen van het publiek 

Slide 3 - Diapositive

blz. 215, opdracht 10
  • C overhaaste generalisatie; onjuist gebruik van voorbeeldschema 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

retorische driehoek
  • ETHOS: spreker;  je moet geloofwaardig overkomen; het publiek moet je betrouwbaar vinden en je moet uitstralen dat je verstand van zaken hebt.
  • LOGOS: boodschap/verhaal; je verhaal moet kloppen; je moet goede argumenten of bewijzen gebruiken zodat je overtuigend bent.
  • PATHOS: publiek; je probeert je publiek te emotioneren, bijv. door het kwaad te maken, door medelijden te wekken, door het bang of juist hoopvol te maken. Je speelt dus in op gevoelens van je publiek.

Slide 7 - Diapositive

Ik ga liever naar de supermarkt dan naar de groenteboer, want de supermarkt is dichterbij.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 8 - Quiz

Lees blz. 192-193
Wat is het verband tussen de retorische driehoek en deze theorie?

Slide 9 - Diapositive

argumentatiestructuren --> tekstverbanden 

Waar moet je op letten tijdens het lezen om het verband tussen zinnen en tussen de alinea's te ontdekken? 

Slide 10 - Diapositive

Lees tekst 4 op blz. 202
  • Aan welk(e) signaalwoord(en) herken je het standpunt? 
  • Hoeveel argumenten worden er gegeven?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Lees blz. 210-211
  1. Welke twee soorten drogredenen zijn er? 
  2. Hoeveel 'onjuist beroep op argumentatieschema'-fouten zijn er?
  3. Hoeveel argumentatieschema's zijn er? (blz. 205)

Slide 13 - Diapositive

hoe noem je deze drogreden?

Slide 14 - Diapositive

drogreden
Mensen die pijn hebben, huilen vaak. Koeien huilen nooit, dus zij hebben geen pijn.
  • standpunt: Koeien hebben geen pijn.
  • argument 1: Mensen die pijn hebben, huilen vaak.
  • argument 2: Koeien huilen nooit.
  • klopt niet, want koeien hebben geen menselijke emoties 


Slide 15 - Diapositive

hoe noem je deze drogreden?
  • onjuist beroep op vergelijkingsschema; verkeerde vergelijking

Slide 16 - Diapositive

werk alleen
  • Lees blz. 213
  • Maak opdracht 11, 12 (blz. 216-217)
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive