oefentoets ho 2 brugklas

Vervoeg dit werkwoord op -er
les élèves ( trouver) une trousse
1 / 30
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Vervoeg dit werkwoord op -er
les élèves ( trouver) une trousse

Slide 1 - Question ouverte

vervoeg dit werkwoord op -er
Nous ( habiter)

Slide 2 - Question ouverte

Vervoeg dit werkwoord op - er
Il ( arriver ) en retard

Slide 3 - Question ouverte

vervoeg dit werkwoord op -er
Je ( chercher) mon livre

Slide 4 - Question ouverte

Vervoeg dit werkwoord op -er
Nous ( aimer) la gym

Slide 5 - Question ouverte

Hoe vertaal je deze vraag?
Tu as des devoirs en anglais?

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal de volgende vraag
Tu as un contrôle en maths?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn de zeven dagen van de week in het Frans?

Slide 8 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend en schrijf de hele zin op
Le prof note les devoirs

Slide 9 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend
Le mercredi on commence à huit heures et quart

Slide 10 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend
C'est ma matière préférée

Slide 11 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend
Il y a un exposé pour le français?

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent de volgende vraag?
Quelle heure est-il?

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de tijd uit in het Frans
Het is 12:00 uur 'smiddags

Slide 14 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Het is kwart over drie?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Het is kwart voor drie?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Het is half negen?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Het is 24:00?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
In welke klas zit jij?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Wie is je leraar wiskunde?

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent de volgende zin
J'ai des devoirs en biologie

Slide 21 - Question ouverte

Hoe vraag je in het Frans
Voor wanneer is het ?

Slide 22 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Het is voor donderdag

Slide 23 - Question ouverte

Wat betekent de zin
à quelle heure tu commences le mardi?

Slide 24 - Question ouverte

Hoe vraag je in het Frans
Houd jij van geschiedenis?

Slide 25 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Nee, ik heb een hekel aan geschiedenis?

Slide 26 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Ik heb gemiddeld een 5

Slide 27 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Frans
Ik ben heel slecht in tekenen?

Slide 28 - Question ouverte

Hoe vraag je in het Frans of je buurman een lineaal voor jou heeft?

Slide 29 - Question ouverte

Je buurman zegt dat hij er geen heeft..hoe zegt hij dat in het Frans?

Slide 30 - Question ouverte