H1 - Oefentoets H1
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat was het 'middel van bestaan' voor Jagers en verzamelaars?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is de naam van het eerste tijdvak?
A
Jagers en Verzamelaars
B
Jagers en Boeren
C
Boeren en Nomaden
D
Jagers en Nomaden
Slide 3 - Quiz
De jager verzamelaars waren nomaden?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
De manier waarop een grote groep mensen met elkaar samenleeft noem je een?
Slide 5 - Question ouverte
Hoe komt het dat wij uit deze tijd geen geschreven bronnen hebben?
A
Mensen konden niet lezen en schrijven
B
Ze vonden tekenen leuker
C
Mensen hadden geen zin om te schrijven
D
Ze konden het wel maar alle bronnen zijn vernietigd
Slide 6 - Quiz
Hoe noem je akkerbouw en veeteelt samen?
Slide 7 - Question ouverte
Met welk begrip wordt 'een grote verandering' aangeduid?
A
Macht
B
Landbouwrevolutie
C
Veeteelt
D
Revolutie
Slide 8 - Quiz
In welk gebied is de landbouw begonnen?
A
Europa
B
Midden-Oosten
C
Amerika
D
Afrika
Slide 9 - Quiz
Als je de landbouwsamenleving vergelijkt met die van de nomaden zijn er een aantal verschillen. Welke zijn dit?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe komt het dat verschillen tussen mensen kwamen in de samenleving van de boeren?
A
Door de komst van bezittingen
B
Mensen vonden het leuk om de baas te spelen
C
Boeren werden machtiger
D
Omdat dat moest van een dino
Slide 11 - Quiz
Wat is een hunebed?
Slide 12 - Question ouverte
Noem één basisbehoefte!
Slide 13 - Carte mentale
Welke onderdelen zijn vaak
niet goed geregeld in een krottenwijk?
niet goed geregeld in een krottenwijk?
Slide 14 - Carte mentale
Hoe komt het dat mensen in arme landen vaak toch in hun (basis)behoeften kunnen voorzien?
A
Ze gaan naar de voedselbank
B
De basisbehoeften zijn goedkoper
C
Ze krijgen spullen van familie/vrienden
D
Basisbehoeften zijn vaak gratis
Slide 15 - Quiz
Als je wilt weten hoe rijk een land is dan kijk je naar?
A
De welvaart
B
Het welzijn
C
Het welvaartszijn
D
De Albert Heijn
Slide 16 - Quiz
Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.
In rijke landen is veel rijkdom of
In arme landen is veel
Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede
Slide 17 - Question de remorquage
Hoe noem je landen waar de welvaart langzaam groeit?
A
Koplopers
B
Landen ter ontwikkeling
C
Ontwikkelingslanden
D
Ontwikkel landen
Slide 18 - Quiz
Verschillen tussen mensen op basis van welvaart noem je?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid
Slide 19 - Quiz
Verschillen tussen gebieden op basis van welvaart noem je?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid
