Quiz mens & maatschappij Boek 1A

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Een revolutie is een...
A
Manier om aan voedsel te komen
B
Wapen van jager-verzamelaars
C
Graansoort uit het Midden-OOsten
D
Grote verandering

Slide 3 - Quiz

Wat is akkerbouw?
A
De boer heeft koeien
B
De boer heeft kippen
C
De boer verbouwt planten
D
De boer doet aan irrigatie

Slide 4 - Quiz

Zodra mensen een vaste woonplaats hebben, ontstaat er verschil tussen arm en rijk. Welke twee kenmerken horen bij arme mensen?
A
grote oogst
B
kleine boerderij
C
veel grond
D
weinig werktuigen

Slide 5 - Quiz

In Nederland hebben lang geleden mensen geleefd die graven bouwden van grote stenen. Hoe noemen we deze mensen?
A
boeren
B
hunebedbouwers
C
bandkeramiekers
D
natuur-gelovigen

Slide 6 - Quiz

Akkerbouw en veeteelt samen noem je?
A
boerland
B
bouwland
C
grasbouw
D
landbouw

Slide 7 - Quiz

Wat is een kenmerk van de samenleving van jager-verzamelaars?
A
Ze hadden vast een vaste woonplaats.
B
Ze woonden in stevige huizen.
C
Ze konden alles vinden of maken in hun directe omgeving.
D
Ze joegen alleen op kleine dieren.

Slide 8 - Quiz

Wat is veeteelt?
A
Dieren als huisdier gebruiken
B
Dieren gebruiken om op te jagen
C
Dieren gebruiken om jouw dorp te beschermen
D
Dieren gebruiken voor de landbouw

Slide 9 - Quiz

Waar dienden Hunebedden voor in de tijd van de Jagers en Boeren?
A
Ze begroeven er belangrijke voorwerpen om te bewaren.
B
Je kon er onder slapen (bedden) zodat je droog bleef.
C
Het waren grafmonumenten voor de belangrijkste dorpelingen.
D
Het was een monument om de goden te aanbidden.

Slide 10 - Quiz

De eerste mensen leefden als nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die een vaste woonplaats hebben.
B
Mensen die hun hele leven in een dorp wonen.
C
Mensen zonder vaste woonplaats.
D
Mensen die hun voedsel uit de natuur halen.

Slide 11 - Quiz

Je bent zelfvoorzienend als je...
A
Geen vaste woonplek hebt
B
Aan landbouw doet
C
Voor jezelf kan zorgen
D
Wapens van hout maakt

Slide 12 - Quiz

De manier waarop mensen leven, noem je...
A
Taal
B
Godsdienst
C
Werktuig
D
Cultuur

Slide 13 - Quiz

Als er veel welvaart is in een land, is de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Landbouwrevolutie
A
De verandering van jager-verzamelen naar landbouw
B
Mensen wonen in dorpen en leven van landbouw
C
Planten verbouwen en dieren fokken
D
spullen, producten

Slide 15 - Quiz

Middel van bestaan
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 16 - Quiz

Prehistorie
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 17 - Quiz

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
Boterham
Rijtjeshuis
Middelbare school
Ziekenhuis
Schoenen
Gezondheidszorg
onderdak
Kleding
voedsel
Onderwijs

Slide 18 - Question de remorquage

Als je niet genoeg geld hebt voor de basisbehoeften, leef je in armoede en in slechte ...
A
gezondheidszorg
B
economie
C
welvaart
D
levensomstandigheden

Slide 19 - Quiz

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 20 - Question de remorquage

In welk continent zijn de meeste ontwikkelingslanden?

A
Europa
B
Noord Amerika
C
Oceanië
D
Afrika

Slide 21 - Quiz

Welk antwoord hoort bij slechte levensomstandigheden?
A
dagelijks in de file staan
B
één auto per gezin
C
kinderen gaan niet naar school
D
ziekenhuis in een andere stad

Slide 22 - Quiz

Landbouw
Industrie
Diensten
Kapper
Boomgaard
Schoenenfabriek
Serveerster
Dokter
Kippenboer
Kassen
Docent

Slide 23 - Question de remorquage

Wat is de beroepsbevolking?
A
Alle mensen die een beroep hebben.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Alle mensen die werken.
D
Alle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

Slide 24 - Quiz

Regionale ongelijkheid staat voor het verschil tussen arm en rijk binnen een...
A
Werelddeel
B
Provincie
C
Land
D
Gemeente

Slide 25 - Quiz

Welke vraag heb jij over hoofdstuk 1:
1.1 t/m 1.4?

Slide 26 - Question ouverte