Present Perfect
We gebruiken de Present Perfect wanneer..
A
iets in het verleden begonnen is en nog voortdurt
B
we praten over ervaringen
C
iets kort geleden gebeurd is
D
we praten over de verleden tijd.
1 / 15
Éléments de cette leçon
We gebruiken de Present Perfect wanneer..
A
iets in het verleden begonnen is en nog voortdurt
B
we praten over ervaringen
C
iets kort geleden gebeurd is
D
we praten over de verleden tijd.
Slide 1 - Quiz
Bij she/he/it gebruiken we:
have of has?
have of has?
Slide 2 - Question ouverte
Bij I/you/we/they gebruiken we:
have of has?
have of has?
Slide 3 - Question ouverte
Bij she/he/it gebruiken we:
have of has?
have of has?
Slide 4 - Question ouverte
Bij de Present Perfect gebruiken we het voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord is:
A
werkwoord + ed
B
2e rijtje
C
3e rijtje
Slide 5 - Quiz
He ......... (lived) there for three years.
Slide 6 - Question ouverte
I ...... (not seen) The Lord of the Rings
Slide 7 - Question ouverte
... you ever .... (be) to Australia?
Slide 8 - Question ouverte
Kate ........... (miss) the train. She has to wait for the next train.
Slide 9 - Question ouverte
They .......... (not arrive) yet.
Slide 10 - Question ouverte
.... I ... (meet) you before?
Slide 11 - Question ouverte
She ......... (know) David for 10 years.
Slide 12 - Question ouverte
How many times .... you .... (visit) Scotland?
Slide 13 - Question ouverte
You ........ (not call) me.
Slide 14 - Question ouverte
I ......... (lose) my keys. I can't find them anywhere.
