Les 3 ruilhandel naar geld uit de automaat

1 / 28
suivant
Slide 1: Vidéo
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Vidéo


Indirecte ruil: geld ruilen tegen goederen of diensten

Slide 3 - Diapositive

Indirecte ruil

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
C
Girale ruil
D
Chartale ruil

Slide 6 - Quiz

Directe ruil is:
A
geld tegen een product ruilen
B
een product tegen geld ruilen
C
geld tegen geld ruilen
D
een product tegen een product ruilen

Slide 7 - Quiz

 Pinpas of portemonnee?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Functies van geld

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de drie functies van geld?
A
Rekenmiddel, ruilmiddel en spaarmiddel
B
Ruilmiddel, betaalmiddel en spaarmiddel
C
Spaarmiddel, rekenmiddel en oppotmiddel
D
Spaarmiddel, rentemiddel en ruilmiddel

Slide 11 - Quiz

De drie functies van geld
ruilfunctie
reken functie
spaarfunctie
Bepalen hoeveel peren er nodig zijn om te ruilen tegen 10  kilo tomaten
loon opzij leggen om later een scooter van te kopen
het kopen van een scooter van je loon

Slide 12 - Question de remorquage

10. Functies van geld opnoemen
Ruilmiddel

Spaarmiddel

Rekenmiddel

Slide 13 - Question de remorquage

  • 2 soorten geld:
  1. Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.


  2. Giraal = geld dat op je bank/betaalrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.

Slide 14 - Diapositive

Chartaal geld
Giraal geld

Slide 15 - Question de remorquage

         Sleep de geldsoorten naar de bijbehorende afbeeldingen.
Chartaal geld
Chartaal geld
Giraal geld
Giraal geld

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Vidéo

Elektronisch betalen
Het geld gaat via jouw rekening naar de rekening van iemand anders. 
- Via de bankpas 
- Contactloos (Via je bankpas, telefoon of zelfs een Smart watch) 
- iDeal 
- Creditcard 

(Snel en veilig) 

Slide 18 - Diapositive

Elektronisch betalen

Slide 19 - Diapositive

Wat is elektronisch betalen ?
A
Betalen via de computer
B
Betalen via de smartphone
C
Betalen met een bankbiljet
D
Betalen met je pinpas

Slide 20 - Quiz

Wat is geen elektronisch betalen ?
A
Betalen via Internet
B
Betalen via de smartphone
C
Betalen met een bankbiljet
D
Betalen met je pinpas

Slide 21 - Quiz

Welk soort geld herken je?

1. Sofie betaalt bij de kassa van de AH met haar pinpas.
2. Sem betaalt bij de kassa van de AH met een biljet van € 20
A
Beide chartaal
B
Beide giraal
C
1= chartaal 2= giraal
D
1= giraal 2= chartaal

Slide 22 - Quiz

Digitaal geld is veiliger dan contant geld
A
eens
B
oneens

Slide 23 - Quiz

0

Slide 24 - Vidéo

Sinds wanneer kunnen we betalen met de pinpas
A
1990
B
1998
C
2002

Slide 25 - Quiz

Echt
Contactloos betalen kan met je pinpas.
Een pincode bestaat uit 5 cijfers.
Je kan een briefje van 5 euro pinnen uit een geldautomaat.

Slide 26 - Question de remorquage

Echt
Aan het IBAN nummer kan je zien bij welke bank iemand bankiert.
iDEAL betekent dat de webshop veilig is. 
Mobiel bankieren is veiliger met 4G dan met openbare wifi.

Slide 27 - Question de remorquage

Hoe heet het uitlenen van je pinpas
A
Shouldering
B
Geldezel

Slide 28 - Quiz