Weer en klimaat: Een reis door de atmosfeer

Weer en klimaat: Een reis door de atmosfeer
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Weer en klimaat: Een reis door de atmosfeer

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de concepten ITCZ, passaten, moessons, circulatiesysteem en luchtdrukgebieden uitleggen en hun invloed op het weer en klimaat begrijpen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over het weer en klimaat?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 1: Introductie
Wat is weer en klimaat? Weer is de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en plaats. Klimaat is het gemiddelde weer over een langere periode in een bepaald gebied.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2: ITCZ
De ITCZ (Intertropische Convergentiezone) is een gebied rond de evenaar waar passaatwinden elkaar ontmoeten. Het is een zone met veel neerslag en convectieve bewolking.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3: Passaten
Passaten zijn aanhoudende winden die waaien van de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar. Ze worden veroorzaakt door het temperatuurverschil tussen de polen en de evenaar.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4: Moessons
Moessons zijn seizoensgebonden winden die veranderen van richting door temperatuurverschillen tussen land en zee. Ze zijn kenmerkend voor gebieden rond de Indische Oceaan en Azië.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5: Circulatiesysteem
Het circulatiesysteem van de atmosfeer bestaat uit de Hadley-cel, Ferrel-cel en Pool-cel. Deze cellen zorgen voor de circulatie van warme lucht van de evenaar naar de polen en koude lucht van de polen naar de evenaar.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6: Luchtdrukgebieden
Luchtdrukgebieden zijn gebieden waar de luchtdruk hoger of lager is dan in de omgeving. Hoge drukgebieden worden ook wel hogedrukgebieden genoemd en lage drukgebieden ook wel lagedrukgebieden.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7: ITCZ - Interactief
Sleep de labels naar de juiste positie op de kaart: ITCZ, passaatwinden, neerslag, convectieve bewolking.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8: Passaten - Interactief
Sleep de juiste omschrijving naar het juiste concept: passaten, subtropische hogedrukgebieden, circulatie van de atmosfeer.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9: Moessons - Interactief
Sleep de juiste omschrijving naar het juiste concept: moessons, seizoensgebonden winden, temperatuurverschillen tussen land en zee.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10: Circulatiesysteem - Interactief
Sleep de juiste omschrijving naar het juiste concept: Hadley-cel, Ferrel-cel, circulatie van warme lucht.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11: Luchtdrukgebieden - Interactief
Sleep de juiste omschrijving naar het juiste concept: luchtdrukgebieden, hoge drukgebieden, lage drukgebieden.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12: Invloed op het weer
De ITCZ, passaten, moessons, circulatiesysteem en luchtdrukgebieden hebben allemaal invloed op het weer. Ze bepalen de windrichting, neerslagpatronen en temperatuur.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13: Invloed op het klimaat
Deze concepten beïnvloeden ook het klimaat. Ze bepalen welke klimaattypes er in bepaalde regio's voorkomen, zoals een tropisch regenwoudklimaat of een woestijnklimaat.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14: Samenvatting
We hebben geleerd dat de ITCZ, passaten, moessons, circulatiesysteem en luchtdrukgebieden belangrijke concepten zijn bij het begrijpen van weer en klimaat. Ze beïnvloeden de windrichting, neerslagpatronen, temperatuur en klimaattypes.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15: Vragen en discussie
Wat is het verband tussen de ITCZ en de passaten? Hoe kunnen moessons het weer in Azië beïnvloeden? Welke rol spelen luchtdrukgebieden in het circulatiesysteem van de atmosfeer?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16: Evaluatie
Beantwoord de volgende vragen om je begrip van de les te testen: 1. Wat is het verschil tussen weer en klimaat? 2. Leg de werking van het circulatiesysteem van de atmosfeer uit. 3. Hoe beïnvloeden luchtdrukgebieden het weer en klimaat?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.