Woordformules

Regelmaat en woordformules
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Regelmaat en woordformules

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je over regelmaat in een tabel?

Slide 2 - Carte mentale

Heeft deze tabel regelmaat?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Heeft deze tabel
regelmaat?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Heeft deze tabel regelmaat?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Wat weet je over woordformules?

Slide 6 - Carte mentale

Woordformule:
Kosten in € = 10 + 8 x aantal personen

Hoeveel moet je betalen als je 9 mensen uitnodigt?
(Vergeet dus jezelf niet mee te rekenen!)
A
82
B
162
C
90
D
180

Slide 7 - Quiz

Wat weet je nog over het begingetal, het stijggetal en het daalgetal?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is het begingetal in deze woordformule:
Bedrag = 7,50 + 1.25 x aantal
A
1,25
B
8,25
C
7,50
D
6,25

Slide 9 - Quiz

Wat is het stijggetal in deze woordformule:
Bedrag = 1.25 x aantal + 8,25
A
1,25
B
8,25
C
9,50
D
7

Slide 10 - Quiz

Wat is het begingetal in deze woordformule:
Bedrag = 1.25 x aantal + 8,25
A
1,25
B
8,25
C
9,50
D
7

Slide 11 - Quiz

Woordformule:
Beltegoed in € = 25 - 0,20 x bel-tijd in minuten

Noemen we 0,20 het stijggetal of het daalgetal?
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 12 - Quiz

Wat vond je van deze les?

Slide 13 - Question ouverte