Toetsweek 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

1

WELKOM!

Laptop

Wat is een voorbeeld van formeel taalgebruik?

1. Beste mevrouw, meneer
2. Hoi
3. Hi
4. Halodilo

Schrijf een aanhef en een afsluiting.

• Je kunt de pv spellen, ook als de stam
   eindigt op -d.
• Je kunt 2 regels noemen voor het gebruik van de komma.
• Je kunt de komma op de juiste plek zetten.
  

Wat moet je weten?

Typ hier de stam van het werkwoord 'glijden'.

Mijn vriend bakt graag koekjes. Hij ..... wel vaak zijn handen aan de oven.

1. brand
2. brandt
3. brant
4. branden

.............. jij ook wel eens uit in de gang?

1. glij
2. glijt
3. glijd
4. glijdt

Ik krijg geen wijn want ik ben nog te jong.

1. Ik krijg geen wijn want, ik ben nog te jong.
2. Ik krijg geen wijn, want ik ben nog te jong.
3. Ik krijg geen wijn want ik ben nog te jong.
4. Ik krijg geen wijn want ik, ben nog te jong.

In de vakantie heb ik veel geslapen gegeten gesport en netflix gekeken
TYP DE ZIN OVER MET DE JUISTE LEESTEKENS.
LET OP: WAAR KOMT DE KOMMA?

Typ hieronder jouw afsluiting. Kies uit:
- een vraag
- een onderwerp waar je meer uitleg over wilt
- iets dat je geleerd hebt deze les.

Grammatica 2.7

• persoonsvorm (pv)
• werkwoordelijk gezegde
• zinsdeelstrepen 

De____en ___in een zin heten samen werkwoordelijk gezegde (wg)

Schrijf de zin over en zet zinsdeelstrepen.
Aan wie heb jij die aantekeningen uitgeleend?

Schrijf de zin over en zet zinsdeelstrepen.
Mijn moeder brengt mij 's middags naar school.

Wat is de pv in deze zin?
Mijn moeder heeft zin in een chocoladebol.

1. chocoladebol
2. Mijn moeder
3. heeft zin
4. heeft

Wat is de pv in deze zin?
Ik heb veel geleerd voor het proefwerk.

1. geleerd
2. ik
3. heb
4. proefwerk

Wat is de pv in deze zin?
Gisteren ben ik met de auto uit de bocht gevlogen.

1. ben
2. gevlogen
3. uit de bocht
4. de auto

Wat is het wg in deze zin?
Gisteren ben ik met de auto uit de bocht gevlogen.

1. ben ik
2. ben gevlogen
3. uit de bocht gevlogen
4. met de auto gevlogen

Wat is het wg in deze zin?
Ik ben vorige week heel hard gevallen.

1. ik ben
2. ben heel hard
3. ben gevallen
4. ben vorige week

Wat is het wg in deze zin?
Mijn zusje heeft veel te veel gegeten.

1. mijn zusje
2. heeft
3. heeft te veel
4. heeft gegeten

Wat zijn tussenkopjes?

De inleiding is altijd de eerste alinea.

1. goed
2. fout

Het slot is het middelste stuk van de tekst.

1. goed
2. fout

Het slot is het laatste stuk van de tekst.

1. goed
2. fout

Numo-taken maken

Kies uit:

• 2.3
• 2.4
• 2.7
• 2.8