H7 - §7.4 Energie en bewegen

Welkom in de les
Vandaag:
  • Een paar opgaven
  • Lesdoelen 7.4
  • Instructie 7.4
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§7.4 - Energie en bewegen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • Een paar opgaven
  • Lesdoelen 7.4
  • Instructie 7.4
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§7.4 - Energie en bewegen

Slide 1 - Diapositive

Opgave 67

Slide 2 - Diapositive

Opgave 67

Slide 3 - Diapositive

Opgave 71 a

Slide 4 - Diapositive

Opgave 71 a

Slide 5 - Diapositive

Opgave 71 b

Slide 6 - Diapositive

Opgave 71 b

Slide 7 - Diapositive

Wat hoort waar bij? Sleep de  symbolen naar de juiste plek. Er moeten er overal drie staan!
snelheid
afstand
tijd
s
h
m/s
km/h
t
m
km
v

Slide 8 - Question de remorquage

Omrekenen:
12 minuten =
A
0,5 uur
B
0,2 uur
C
0,12 uur
D
0,72 uur

Slide 9 - Quiz

Welke grafiek geeft een versnelde beweging weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort beweging voert het paard hiernaast uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen

Slide 11 - Quiz

Hoe groot is de
netto-kracht?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de afstand
die de fietser aflegt?
A
16 m
B
24 m
C
40
D
42 m

Slide 13 - Quiz

Je leert ...
  • bewegingsenergie van een bewegend voorwerp uitrekenen;
  • aangeven wat er met de bewegingsenergie gebeurt bij remmen;
  • de volgende verbanden herkennen: recht evenredig, omgekeerd evenredig, kwadratisch;
  • formules voor (gemiddelde) snelheid, afstand, tijd en bewegingsenergie combineren.

Slide 14 - Diapositive

Discussievraag
Bedenk manieren om energie te 
besparen tijdens de reis.

Slide 15 - Diapositive

Energie en remmen

De aandrijving van de auto.
- chemische energie wordt omgezet in bewegingsenergie & warmte.

Slide 16 - Diapositive

Energie en remmen

De rem zorgt voor het afremmen van de auto.
- bewegingsenergie wordt omgezet in warmte.

Slide 17 - Diapositive

Energie en remmen

Aandrijving en remmen bij een fiets.

Slide 18 - Diapositive

Bewegingsenergie

Om een zware auto een hoge snelheid te
geven moet de motor veel energie leveren.

Van welke factoren hangt de hoeveelheid
energie af die de motor moet leveren?

Slide 19 - Diapositive

Van welke factoren hangt de hoeveelheid
energie af die de motor moet leveren?

Slide 20 - Carte mentale

Bewegingsenergie

Bewegingsenergie hangt af van:

- massa van het voorwerp


- snelheid van het voorwerp
m
v

Slide 21 - Diapositive

Bewegingsenergie

Bewegingsenergie:
Ebew=21  m  v2

Slide 22 - Diapositive

Bewegingsenergie

Kinetische energie:
Ek=21  m  v2
21  m  v2Ek

Slide 23 - Diapositive

Even oefenen!

Een wielrenner heeft een massa van 48 kg en een snelheid van 7 m/s.

Bereken de bewegingsenergie van de wielrenner.
Gebruik de G,G,F,B,A - methode.

Slide 24 - Diapositive

Antwoord!
G: m = 48 kg,     v = 7 m/s
G: Ek = ? J
F:  

B:

A: de bewegingsenergie van de wielrenner is 1.176 J
Ek=21  m  v2
Ek=21  48  72=1176

Slide 25 - Diapositive

Formules en verbanden
Recht evenredig verband:



De tijd en afstand zijn recht evenredig.
- tijd 2x zo groot             afstand ook 2x zo groot 
v=ts=constant
t
s

Slide 26 - Diapositive

Formules en verbanden
Omgekeerd evenredig verband:



De snelheid en tijd zijn omgekeerd evenredig.
- snelheid 2x zo groot, tijd 2x zo kort.

s=v  t=constant
v
t

Slide 27 - Diapositive

Formules en verbanden
Kwadratisch verband:
Tussen bewegingsenergie en snelheid
is een kwadratisch verband.

- snelheid 2x  zo groot
- dan bewegingsenergie 2² = 4x zo groot
Ek
v

Slide 28 - Diapositive

Even oefenen!

Een hardloper (m = 52 kg) heeft een constante snelheid. Hij legt in 25 minuten een afstand af van 4,8 km.

Bereken de bewegingsenergie van de hardloper.
(TIP: bereken eerst de snelheid van de hardloper)
Gebruik de G,G,F,B,A - methode.

Slide 29 - Diapositive

Antwoord!
G: m = 52 kg,     t = 25 min. = 25 · 60 = 1500 s,             s = 4,8 km = 4800 m
G: Ek = ? J
F:  

B:

A: de bewegingsenergie van de hardloper is 226,24 J
Ek=21  m  v2
Ek=21  52  3,22=226,24
v=ts
v=15004800=3,2

Slide 30 - Diapositive

Je kunt...
  • bewegingsenergie van een bewegend voorwerp uitrekenen;
  • aangeven wat er met de bewegingsenergie gebeurt bij remmen;
  • de volgende verbanden herkennen: recht evenredig, omgekeerd evenredig, kwadratisch;
  • formules voor (gemiddelde) snelheid, afstand, tijd en bewegingsenergie combineren.

Slide 31 - Diapositive

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage