Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
WOENSDAG
2 JUNI
TAAL (INCL. GESPREKJES)
&
OEFENTOETS (INCL. HUISWERK BESPREKEN)
Slide 1 - Diapositive
Eerst lezen, daarna oefentoets Eerst oefentoets, daarna lezen
Eerst lezen, daarna oefentoets
Eerst oefentoets, daarna lezen
Slide 2 - Sondage
Noteer de lange vorm van de bijvoeglijke naamwoorden: klef reëel
Slide 3 - Question ouverte
Welk stoffelijk bijvoeglijk naamwoord hoort niet in het rijtje thuis? Leg je antwoord uit. glas – ijzer – hout – karton – leer – platina
Slide 4 - Question ouverte
Maak een passend bijvoeglijk naamwoord: een (brons) standbeeld een (elektriciteit) trein een (verstand) mens
Slide 5 - Question ouverte
Kies de juiste letter(s): ch, g of gg. ma[…]ines […]ique
Slide 6 - Question ouverte
De verdachte ambtenaar zei niets te weten van de gewiste computerbestanden. verdachte [vd als bn | od als bn] gewiste [vd als bn | od als bn]
Slide 7 - Question ouverte
Onze vrolijk fluitende tuinman besproeide met zijn gieter een zojuist geplant struikje. fluitende [vd als bn | od als bn] geplant [vd als bn | od als bn]
Slide 8 - Question ouverte
Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet. Kies uit: punt, komma, dubbele punt, vraagteken, aanhalingstekens: de verslaggever van studio sport riep luid wat een prachtig doelpunt
Slide 9 - Question ouverte
De GIECHELENDE meisjes KREGEN van hun GEËRGERDE docent het verzoek de klas te VERLATEN. [inf|pvtt|pvvt|vd|od|bn] (bijvoorbeeld: giechelende = ....)
Slide 10 - Question ouverte
Zet de volgende zin in de indirecte rede: 'Waarom komen jullie zo vaak te laat?' vroeg de conciërge ons.
Slide 11 - Question ouverte
Kies de juiste letter(s): c, cc, k, kk of x:
e[…]onomisch viadu[…]t
Slide 12 - Question ouverte
Noteer van de zinnen de juiste werkwoordstijd (ott – ovt – vtt – vvt):
Omdat ze zich bij gymnastiek flink hadden ingespannen, kwamen de vermoeide leerlingen hijgend bij Nederlands binnen.
Slide 13 - Question ouverte
Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes.
De geblesseerde speler kwam [...] (hinken) van het veld [...] (strompelen).