Verdienen en Uitgeven Hoofdstuk 1

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Het verschil tussen primair en secundair inkomen zijn alleen de belastingen, subsidies en premies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Nominale BBP met 4% gestegen en reële BBP met 2% gestegen.
De prijzen zijn
A
Gestegen
B
Gedaald
C
Gelijk gebleven
D
Kun je niets over zeggen

Slide 9 - Quiz

Het reële BBP stijgt met 3%, de bevolkingsomvang met 2,5%. Het reëel bbp per hoofd van de bevolking (...).
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 10 - Quiz

Wat is je reëel rendement?
De rente op je spaargeld is 6%, de inflatie is 1,5%
A
-4%
B
4,5%
C
7,5%
D
4,4%

Slide 11 - Quiz

inflatie = 2,3%
reëel rendement = 3,7%
nominaal rendement =
A
6%
B
-6%
C
1,3%
D
-1,3%

Slide 12 - Quiz

Leg uit op welke twee manieren je de toegevoegde waarde kan uitrekenen
timer
3:00

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Het BBP van een land is 4miljard. Overige gegevens:
Loon: 15miljoen / Rente: 13,4 miljoen / ZZP'ers: 23,9 miljoen en winst: 2,1 miljard. Wat is de OIQ?

Slide 18 - Question ouverte