Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
6.5 : luisteren naar
6.5 : luisteren naar
Aan het einde van de les kan je werkwoorden gebruiken met een voorzetsel
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
6.5 : luisteren naar
Aan het einde van de les kan je werkwoorden gebruiken met een voorzetsel
Slide 1 - Diapositive
Werkwoorden met een vast voorzetsel
Er zijn werkwoorden in het Nederlands met een vast voorzetsel.
Bijvoorbeeld:
Ik ben boos op mijn broertje.
Krishi luistert naar het nieuwe liedje van Harry Styles.
Prins Harry is verliefd op Meghan.
Slide 2 - Diapositive
Voorzetsels
Een voorzetsel geeft de plaats of de tijd aan. Een voorzetsel staat vaak voor een
zelfstandig naamwoord
.
Met een voorzetsel kun je
waar
of
wanneer
aangeven.
Slide 3 - Diapositive
Wat is het juiste voorzetsel?
Houden ....
A
voor
B
bij
C
van
D
naar
Slide 4 - Quiz
We hebben vandaag hard.....
A
gewerkt
B
gewerkd
C
gewerken
D
werken
Slide 5 - Quiz
Wat is het juiste voorzetsel?
wennen...
A
voor
B
in
C
met
D
aan
Slide 6 - Quiz
Hij heeft zijn hele leven in Rotterdam...........
A
wonen
B
woont
C
gewoond
D
gewoont
Slide 7 - Quiz
Wat is het juiste voorzetsel?
Beginnen......
A
op
B
met
C
in
D
voor
Slide 8 - Quiz
Ik ben dit weekend naar het strand ...............
A
fietsen
B
gefietsen
C
gefietst
D
gefietsd
Slide 9 - Quiz
Wat is het juiste voorzetsel?
Genieten ....
A
op
B
van
C
over
D
in
Slide 10 - Quiz
Wat is het juiste voorzetsel?
zich inschrijven....
A
voor
B
in
C
van
D
op
Slide 11 - Quiz
Wat is het juiste voorzetsel?
luisteren .....
A
in
B
van
C
met
D
naar
Slide 12 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
Naast de trap staat een schoen.
Welk woord is het voorzetsel?
A
staat
B
schoen
C
naast
D
een
Slide 13 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
Hij loopt snel naar huis.
Welk woord is het voorzetsels?
A
loopt
B
snel
C
naar
D
huis
Slide 14 - Quiz
Wat is het juiste voorzetsel?
lijken.....
A
ik met jou
B
voor mijn
C
lamp aan
D
op staan
Slide 15 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
NT2 groep C geel 28-02-2022
February 2022
- Leçon avec
16 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoorden met vaste voorzetsels
February 2025
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
D2 vast voorzetsel
February 2022
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woorden met een vast voorzetsel
May 2020
- Leçon avec
12 diapositives
par
Numo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Numo
werkwoorden met vaste voorzetsels TC 6.5
June 2024
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
ISK
Bgeel (24-5-2022), Disk vrije tijd, herhaling grammatica
June 2024
- Leçon avec
41 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
A2: Thema 6.5 Luisteren naar - zorgen voor
February 2025
- Leçon avec
10 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
A2: H6.5, 6.6 en 6.7 Luisteren naar,info vragen over en ik heb opgeruimd
October 2023
- Leçon avec
14 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2