Week 4: 14.1, 14.2, 14.3

Hoofdstuk 14
Groei van micro-organismen

Bespreken opdracht 4a en 5 t/m 7 van p. 272
Bespreken opdracht microbiologische kweektechnieken (Teams)
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 14
Groei van micro-organismen

Bespreken opdracht 4a en 5 t/m 7 van p. 272
Bespreken opdracht microbiologische kweektechnieken (Teams)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

14.2 Kweken van micro-organismen
  • Afzonderlijk te klein om te bestuderen
  • Bacterieculturen zijn wel te bestuderen
  • Kweken in:
               - vloeibaar medium = bouilloncultuur 
               - vast medium (agar) = bacterie groeit uit tot kolonie     
                   -> reinkweek/reincultuur
                   -> voordeel?
Cultuur= populatie van 106-109 micro-organismen

Slide 4 - Diapositive

Een populatie micro-organismen die allemaal van 1 individu afkomstig zijn. Zij behoren dus tot één soort

Reincultuur
Geïsoleerde groep micro-organismen op een vaste voedingsbodem

Kolonie

Slide 5 - Diapositive

Groei van bacteriën

Slide 6 - Diapositive

Exponentiële toename

Slide 7 - Diapositive

Voeding voor bacteriën

  1. Brandstoffen worden afgebroken tot energie
  2. Bouwstoffen worden opgebouwd tot nieuwe celonderdelen
Katabolisme
Anabolisme

Slide 8 - Diapositive

§14.3 Typen nutrienten


Macronutriënten:
Nutriënten die de cel in grote hoeveelheden nodig heeft



Micronutriënten:
Nutriënten die de cel in mindere mate nodig heeft (sporenelementen)

Slide 9 - Diapositive

Wat zie je op deze afbeelding?
A
Meerdere kolonies
B
Een bacteriecultuur
C
Een bouilloncultuur
D
Een reinkweek

Slide 10 - Quiz

Wat zie je op deze afbeelding?
A
Een bouilloncultuur
B
Een nutriëntagarplaat
C
Meerdere kolonies
D
Een schimmelkweek

Slide 11 - Quiz

Ik laat 1 bacterie optimaal groeien. Hij deelt elke 20 minuten (generatietijd). Hoeveel zijn er na 3 uur?
A
23
B
26
C
29
D
212

Slide 12 - Quiz

Wat hebben we behandeld in hs 13 vorige les (dus niet 12!)

Slide 13 - Carte mentale

2

Slide 14 - Vidéo

01:47
Hoe noemen we deze cyclus bij virussen?

Slide 15 - Question ouverte

02:10
Wat is het verschil tussen de lytische en lysogene cyclus?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe noemen we een vaste voedingsbodem?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe noemen we een vloeibaar voedingsmedium?

Slide 18 - Question ouverte

Een ander woord voor een zuivere cultuur of 1 bepaald micro-organisme

Slide 19 - Question ouverte

Stoffen uit de omgeving die door micro-organismen worden gebruikt voor anabolisme en katabolisme noemt met nutrienten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Macronutrienten zijn belangrijker dan micro-nutrienten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een macro-nutrient?
A
Koolstof
B
Stikstof
C
Kobalt
D
Zwavel

Slide 22 - Quiz

Het belangrijkste bestanddeel van een bacteriecel is koolstof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

3

Slide 24 - Vidéo

01:03
Omdat mensen een celkern en andere celorganellen hebben, noemen we ze ook wel prokaryoten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

01:27
Wat wordt bedoeld met de plasmide van een bacterie?

Slide 26 - Question ouverte

01:46
Hoe kan een bacterie zich voortbewegen?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Question de remorquage