Het Pungelhuis en zelfstandige naamwoorden

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 1 - Diapositive

WELKOM!


Nederlands


- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten!

Slide 2 - Diapositive

Verwachtingen
Tijdens de les:
- luister je naar de instructie. Je praat niet door de leerkracht heen.

- doe je actief mee.

- Je let op jezelf.

- Je hebt je spullen bij je.

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Nederlands/wiskunde
- Voorlezen Vlucht 703
- Nieuw Nederlands persoonsvorm

- lidwoord en zelfstandig naamwoord herkennen

Slide 4 - Diapositive

Invullen vragenlijst lezen

Slide 5 - Diapositive

Vlucht 703

Slide 6 - Diapositive

Terugblik

Slide 7 - Diapositive

notaris 
makelaar

Slide 8 - Diapositive

Peronages:
hoofdpersonage:


bijfiguren: 

Slide 9 - Diapositive

samen lezen
hoofdstuk 12 en 13



Slide 10 - Diapositive

Persoonsvorm
- Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin.

Slide 11 - Diapositive

- In een zin staan meerdere werkwoorden

- Een van de werkwoorden is de persoonsvorm

Mevrouw Slegers wil een Fatbike kopen.

Slide 12 - Diapositive

Weet je nog?
De persoonsvorm:
leg uit:
1. vraagproef

2. tijdproef

Slide 13 - Diapositive

In de kerstvakantie heb ik een film gekeken.
1. De vraagproef


2. De tijdproef. 

Slide 14 - Diapositive

Leerdoel:
Ik kan lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen.

Slide 15 - Diapositive

lidwoorden
De, het, een

Lidwoorden horen bij zelfstandige naamwoorden

de kikker springt.

Slide 16 - Diapositive

zelfstandige naamwoorden
- dieren, planten, dingen en mensen.

Hoe herken je een zelfstandig naamwoord:
- Je kan er meervouden van maken.
- Je kan er een verkleinwoord van maken.
- Je kan er een lidwoord voorzetten. 

Slide 17 - Diapositive

Aan het werk!
Maken:
bladzijde 202 opdracht 1 en 2

bladzijde 203 opdracht 3,4 en 5

Slide 18 - Diapositive