H3 - Atoommodel, herhaling

Planning
Herhaling van atoommodel
Atomaire massa-eenheid
Periodiek systeem

Begripskaart maken

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Planning
Herhaling van atoommodel
Atomaire massa-eenheid
Periodiek systeem

Begripskaart maken

Slide 1 - Diapositive

Wat kunnen jullie na de les
Het tekenen van een begrippenkaart met alle begrippen van deze les.
Uitleggen wat de atomaire massa-eenheid is en hoe dit verschilt van massagetal.

Slide 2 - Diapositive

Macroniveau inzoomen naar microniveau

Slide 3 - Diapositive

Atoommodel

Slide 4 - Diapositive

Positief geladen deeltjes
Negatief geladen deeltjes
Ongeladen deeltjes
Protonen
Neutronen
Elektronen

Slide 5 - Question de remorquage

Atoommodel
Protonen: 
positief geladen (blauw)

Neutronen: 
neutraal (groen)

Elektronen: 
negatief geladen (rood)

Slide 6 - Diapositive

Atoommodel
Atoomnummer 

Massagetal: 

Slide 7 - Diapositive

Atoommodel
Atoomnummer: aantal protonen 

Massagetal: aantal protonen + neutronen. 

Slide 8 - Diapositive

Atomaire massa-eenheid
Beschrijft de massa van een proton of neutron.

Slide 9 - Diapositive

Atomaire massa-eenheid
 1 proton weegt 1,66x10-27 kg 
0,00000000000000000000000000166 kg weegt 1 proton.

1,66x10-27 kg = 1 u =  massa van 1 proton of 1 neutron

Slide 10 - Diapositive

Atomaire massa-eenheid
1,66x10-27 kg = 1 u =  massa van 1 proton of 1 neutron

We kunnen bepalen hoeveel een atoom weegt.

Slide 11 - Diapositive

Atomaire massa-eenheid
Deeltje
Plaats
Lading
Massa (u)
Protonen
atoomkern
+1
1
Neutronen
atoomkern
0
1
Elektronen
elektronschil
-1
5,5x10-4

Slide 12 - Diapositive

Periodiek systeem
https://ptable.com/?lang=nl#Eigenschappen

In het periodiek systeem wordt een rij (horizontaal) een periode genoemd, en een kolom (verticaal) een groep.


Slide 13 - Diapositive

Vragenlijst invullen
Voor mijn opleiding.
Het is anoniem. 
Schaal van 0 - 4. 0 is te weinig en 4 is te veel. 



Slide 14 - Diapositive

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=zcrxoIxhA0S5RXb7PWh05UKD5AAUSThErWlC0hn7o_RUNENWT0xWODFWV1g3NE9CU0xDSDRJMzZSMS4u
Let op! 0 is te weinig en 4 is te veel. 

Slide 15 - Diapositive

Begrippenkaart

Slide 16 - Diapositive

Begrippenkaart
1) In een rondje zet je het eerste begrip
2) Je trekt een lijntje naar het tweede begrip die ermee te maken heeft.
3) Boven het lijntje schrijf je hoe de twee begrippen met elkaar te maken hebben. 

Slide 17 - Diapositive

Begrippenkaart maken
Gebruik de begrippen: Stof, molecuul, atoom, [atoomdeeltjes], [lading van atoomdeeltjes], atoomnummer, massagetal, isotopen, [metaal, niet-metalen], groepen en periodes.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Welke stelling is niet-waar?
A
Er zijn 6 elektronen, 6 neutronen en 6 protonen
B
De elektronen hebben een negatieve lading.
C
De elektronen zitten in de atoomkern.
D
De neutronen hebben geen lading

Slide 20 - Quiz