Werkwoordspelling: pvtt en pvvt

Werkwoordspelling: pvtt en pvvt
Herhaling
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling: pvtt en pvvt
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

PVTT
In de tegenwoordige tijd heb je drie mogelijkheden:
1: de ik-vorm 
2: de ik-vorm +t
3: meervoud / het hele werkwoord

Slide 2 - Diapositive

(fietsen)
De leerling .... zelfstandig naar school.

Slide 3 - Question ouverte

(redden)
De brandweerman .... de kleuter uit de sloot.

Slide 4 - Question ouverte

(weten)
Ik ... geen antwoord op deze vraag.

Slide 5 - Question ouverte

Werkwoorden
Er zijn sterke en zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank
Zwakke werkwoorden krijgen "de(n)" of "te(n)" achter de ik-vorm

Slide 6 - Diapositive

Sterke of zwakke werkwoorden. Sleep de werkwoorden naar het goede vak.
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
beven
roepen
lusten
smelten
schilderen
hopen
laten
bereiden
jagen
darten

Slide 7 - Question de remorquage

Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden krijgen "de(n)" of "te(n)" achter de ik-vorm.

Slide 8 - Diapositive

Verleden tijd - zwakke werkwoorden

wij ... (rennen)


Slide 9 - Question ouverte

Verleden tijd - zwakke werkwoorden

het toetje ... (smaken)


Slide 10 - Question ouverte

Verleden tijd - zwakke werkwoorden

jij ... (werken)


Slide 11 - Question ouverte

Verleden tijd - zwakke werkwoorden

wij ... (reizen)


Slide 12 - Question ouverte

Het schip (stranden,vt) op de zandbank.

Schrijf het werkwoord goed.

Slide 13 - Question ouverte

De vragen waren zo makkelijk, dat alle leerlingen het antwoord (raden).

Slide 14 - Question ouverte