BGER 1, les 2 module Wonen: begeleidingsdoelen

Begeleidingsdoelen
Beroepsgericht 1, les 2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WonenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Begeleidingsdoelen
Beroepsgericht 1, les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  1. AWR
  2. Terugblik
  3. Lesdoelen
  4. Theoretische gedeelte
  5. Aan de slag
  6. Eindopdracht
  7. Afsluiting les

Slide 2 - Diapositive

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik 
Elke les staan we stil bij wat er de vorige lessen is besproken. 

- Begeleiden en ondersteunen
- Begeleidingsstijlen
- Eindopdracht

Heb jij nog vragen over de vorige les?
Wat is je bijgebleven van de vorige les?
(Schrijf op het bord)




Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op als je jouw begeleidingsstijl afstemt op de zorgvrager?
A
Manipuleert hij?
B
Is hij wantrouwig?
C
Hoe zelfstandig is hij al?
D
Het soort doel dat hij heeft

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen begeleidingsstijl?
A
Autoritair
B
Sensitief
C
Permissief
D
Autoritatief

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de autoritaire begeleidingsstijl
A
Bepaalt de begeleider wat er moet gebeuren
B
staat de client centraal
C
Staat de situatie centraal
D
heeft de client veel keuzes

Slide 7 - Quiz

De begeleider: 
Controleert
Bepaalt wat moet gebeuren en geeft veel instructie
Heeft een leidende rol en weet wat het beste is voor de cliënt
Stelt hoge eisen aan de cliënt
Verwacht gehoorzaamheid van de cliënt
Vindt het belangrijkste doel van begeleiden het overdragen van kennis, vaardigheden en regels

Bij welke begeleidingsstijl geef je de cliënt de meeste ruimte- of vrijheid?
A
Autoritaire begeleidingsstijl
B
Autoritatieve begeleidingsstijl
C
Permissieve/Laisser faire begeleidingsstijl

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt onder een begeleidingsstijl verstaan?
A
De manier waarop de begeleider zelf met de begeleidingsmethodiek omgaat/of deze toepast.
B
Begeleidingsstijl is vastgelegd en bestaat uit bepaalde richtlijnen of stappen die je opvolgt als begeleider.
C
Een vaste, weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken.
D
De begeleidingsstijl zegt dus meer over de persoon van de begeleider.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
- Je kan diverse begeleidingsdoelen inzetten, passend bij de cliënt en de situatie

• Structuur bieden
• Overlaten versus overnemen
• Gedragsverandering stimuleren
• Motiveren


- Je handelt conform de protocollen en richtlijnen van de organisatie.
- Je werkt zorgvuldig volgens de voorgeschreven procedures en hygiëne- en veiligheidsvoorschriften.




Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theoretische gedeelte

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleidingsdoelen inzetten
De zorg en ondersteuning die je biedt aan mensen in een kwetsbare positie, kan verschillende vormen aannemen. Ook de intensiteit kan uiteenlopen. Als begeleider ondersteun je bij persoonlijke verzorging, wonen, dagbesteding en vrije tijd. Het doel is dat cliënten, met behulp van naastbetrokkenen, zo zelfstandig mogelijk functioneren tijdens de dagelijkse bezigheden en in de maatschappij. Er zijn meerdere begeleidingsdoelen die je kan inzetten. 

  • Structuur bieden
  • Overlaten versus overnemen
  • Gedragsverandering stimuleren
  • Motiveren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Structuur
Wat is structuur?

Maak tweetallen
Overleg met elkaar en schrijf op jullie blad:
wat is structuur?
wat is het belang van structuur?
hoe bied je structuur?

Pak het boek Methodisch Begeleiden
Lees thema 9 Begeleidingsdoelen (paragraaf 9.1, structuur)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Structuur
Structuur = in een vaste volgorde dingen doen. 

Een dagstructuur = een vaste en herkenbare indeling van de dag met verschillende terugkerende activiteiten. 

Denk aan vaste tijdstippen voor het opstaan, slapengaan, eten, sporten, werken, pauze enzovoort. Op dezelfde manier is een weekstructuur een vaste indeling van de week.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bied je je cliënten structuur aan?
Je kunt op verschillende gebieden en manieren met cliënten werken aan structuur. Enkele vormen:

  1. Een haalbaar activiteitenschema
  2. Een goed dag-nachtritme
  3. Een gezond eet- en drinkpatroon
  4. Voldoende beweging
  5. Regelmatig sociaal contact

Benoem een voorbeeld van hoe JIJ op de BPV je cliënten structuur biedt of kan bieden.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overnemen versus overlaten
Lees onderstaand stuk: 

''Overnemen als het even moet, overlaten als het weer kan''
Je moet stevig genoeg in je schoenen staan om los te laten, te vertrouwen en over te laten aan de cliënt en diens naastbetrokkenen. Het vraagt dat je zonder de directe voldoening van het ‘even snel oplossen voor de ander’ kunt. Dat je een relatie met cliënten en naastbetrokkenen aan durft te gaan, waarin je echt naast hen staat en samenwerkt.

Schrijf op jullie blad:
Waarom denk je dat het belangrijk is om los te kunnen laten en soms overnemen van de ander?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedragsverandering stimuleren
Gedragsverandering verloopt in verschillende fasen. Een bekend model hiervoor is het gedragsveranderingsmodel van Balm, dat gedragsverandering opdeelt in zes fasen.

Zoek het gedragsveranderingsmodel van Balm op.
Noteer op jullie blad:
De zes fasen van gedragsverandering met korte uitleg.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedragsverandering stimuleren

  • Gedragsverandering wordt ingezet om doelen te bereiken
  • Als begeleider stimuleer jij je cliënten tot gedragsverandering
  • Elke cliënt heeft een andere doel, dus andere gedragsverandering
  • Gedragsverandering kost energie en tijd. 

Pak je boek Methodisch Begeleiden, lees paragraaf 9.3 gedragsverandering stimuleren.
Maak verwerkingsopdracht 4 (fasen van gedragsverandering). 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Motiveren
Motivatie is wat iemand drijft. Iemand is gemotiveerd als hij redenen heeft om iets te gaan doen, of niet te doen. Motivatie ligt dicht bij zingeving: wat geeft iemand zin in de dag, in het leven? Motivatie is een motor voor gedragsverandering. 

1. Werk op jullie blad de begrippen intrinsieke en extrinsieke motivatie uit:
2. Beschrijf per begrip twee voorbeelden uit de praktijk (BPV).


Tip: Maak gebruik van het boek Methodisch Begeleiden (paragraaf 9.4)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag 
Instructie:
  • Pak het boek Professional Maatschappelijk Zorg
  • Lees thema 8 protocollen en regels

Maken: Verwerkingsopdrachten Boomberoepsponderwijs
  • Boek Professional Maatschappelijke Zorg
  • Thema 8 Protocollen en regels
  • Opdracht 3,4,5,6.

  • Thema 14 Veilig werken
  • Opdracht 3,5 en 7.

Na het maken van de verwerkingsopdrachten gaan we dit klassikaal bespreken.


timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindopdracht
Vandaag gaan we verder met de eindopdracht. De komende week gaan jullie met stappen 1 , 2, 3 & 4 van de eindopdracht aan de slag. 

Zie volgende slide voor de vier stappen 

- Heb jij vragen over de eindopdracht?
- Hoever ben je met de eindopdracht? 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vier stappen van de eindopdracht
Hieronder de vier stappen waarmee je aan de slag gaat!

  1. Breng de beginsituatie in kaart van de cliënt ten aanzien van het leefgebied wonen en/of financiën. 
  2. Gesprek met de cliënt, inventariseer de ondersteuningsvragen
  3. Formuleer doel(en) ten aanzien van het leefgebied wonen en/of financiën
  4. Bereid de ondersteuning voor 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen check
- Je kan diverse begeleidingsdoelen inzetten, passend bij de cliënt en de situatie
• Structuur bieden
• Overlaten versus overnemen
• Gedragsverandering stimuleren
• Motiveren


- Je handelt conform de protocollen en richtlijnen van de organisatie.
- Je werkt zorgvuldig volgens de voorgeschreven procedures en hygiëne- en veiligheidsvoorschriften.


 - Heb jij deze doelen behaald aan het einde van deze les?
-  Hoever ben je met schrijven van een beginsituatie?
 - Kan jij op je stage aan de slag met  de eindopdracht? 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Zijn er nog vragen?

Slide 24 - Diapositive

Toelichting slide 20
Bespreek met de leerlingen of ze nog weten welke drie manieren je geluid kunt maken met een instrument (blazen, strijken en slaan). 
  • Welke nieuwe instrumenten hebben ze leren kennen? 
  • Welk instrument vonden ze het mooist? 
  • Zouden ze zelf ook een instrument willen spelen?