Spaans w1a 28092020

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

              ¿Qué vamos a hacer?

1. Tarea 3 'información personal'
2. ¡A trabajar!
3. Los números 
4. Los deberes 

3.1 Dar y pedir información personal

geven en krijgen van persoonlijke informatie

3.1 Dar y pedir información personal

geven en krijgen van persoonlijke informatie

Hoe heet jij?

Me llamo... 

Hoe oud ben jij?

Ik kom uit...

Waar woon jij?

Ik ben student.

Wat is je telefoonnummer?

Mijn telefoonnummer is ...

¡A trabajar!

                     

                  Maak opdracht 3 uit je lesboek op pagina 17

                         

<< klik op de afbeelding om het luister fragment te openen. 

Klaar? Lees alvast de tekst op pagina quince (15). Hoe spreek je de woorden uit? Begrijp je de tekst?

Las respuestas 

Ejercicio 3 

en el médico: te - tienes - años

en la biblioteca: llamo - Dónde  

en la calle: eres - qué - soy 

de antwoorden

Tip: Vraagwoorden dragen in het Spaans altijd een accent.

(wie? wat? hoe? waar? waarom? welke?)

een streepje op een letter noemen we een accent. In het Spaans heet het: acento.  (é - í - ó)

El diálogo en la página quince

Las respuestas 

a. falso (es argentino) 

b. verdadero

c. verdadero 

d. falso (Cecilia es de Bogotá)

e. falso (Cecilia tiene 13 años)

Los números de 1 a 20

Let tijdens het luisteren goed op de uitspraak! 

¡BINGO!

1. Schrijf zes getallen in je schrift (tussen de 0 en 20).

2. Neem de getallen nog kort even door (in je woordenlijst).

3. Tijd voor een spelletje BINGO. 

Los deberes 

Maak opdracht 3.3 Los meses del año uit de module 

Oefen de getallen

miércoles el 30 de septiembre 

4e lesuur