P2 Luchtdruk

Hoofdstuk 2 Het Weer
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 Het Weer

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 2
Luchtdruk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de vragen beantwoorden:

- Wat is luchtdruk?
- Hoe meet je luchtdruk?
- Wat is absolute druk en hoe reken je daarmee?
- Wat heeft luchtdruk met het weer te maken?

Slide 3 - Diapositive

Wat is luchtdruk?
Hoe druk is het in de lucht.

Bij de grond is het drukker in de lucht
vanwege de zwaartekracht. En meer moleculen
dus ook meer botsingen, meer kracht en dus
meer druk

Hoog in lucht is het minder druk, 
minder moleculen -> minder moleculen, minder botsingen 
=> minder druk dan bij de grond

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is de eenheid van luchtdruk?
De eenheid van druk is Pascal (Pa)   1 Pa = 1 N/m2

De luchtdruk op aarde is   101 325 Pa = 101 325 N/m2 

Andere eenheden:
760 mm Kwikdruk (1mm Hg - 133 Pa)
1 Atmosfeer
1013 hPa
1,013 bar (= 1 013 mbar)

Slide 6 - Diapositive

Werking barometer

Slide 7 - Diapositive

Barometer
  • Laat de plaatselijke luchtdruk zien
  • Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa (hectopascal)
  • tussen de 970 en 1050 hPa

Slide 8 - Diapositive

Hoe meet je de luchtdruk?
Luchtdruk meet je met een Barometer
101 325 Pa = 1013 hPa = 1,013 Bar

Meteorologen gebruiken vaak hPa.
Automonteurs gebruiken vaak Bar.
Ook wel PSI (pound square inch)
1 bar = 14,5038 psi

Slide 9 - Diapositive

Manometer
Meet overdruk en onderdruk:

Overdruk: lucht in een band
Onderdruk: lucht in vacuüm

Slide 10 - Diapositive

Absolute druk
Definities: 
Absolute druk in een band e.d. = Luchtdruk + Overdruk
 Absolute druk in vacuum = Luchtdruk - Onderdruk

Slide 11 - Diapositive

Nogmaals  
Hoe hoger in de luchtlaag hoe lager de druk

Omdat daar een lagere druk is kookt water daar ook bij een lagere temperatuur dan 373 K

Slide 12 - Diapositive

Hoe werkt een weerkaart? (BINAS tabel 24)
Isobaren
Lijnen met dezelfde luchtdruk

Isobaren dichtbij elkaar,
groot verschil in luchtdruk,
veel wind

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat betekent luchtdruk?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de luchtdruk op aarde?
A
1 Pa
B
1 000 Pa
C
100 000 Pa
D
1 000 000 Pa

Slide 16 - Quiz

Waarom is er bij de grond meer luchtdruk dan hoog in de lucht?
A
Door de zwaartekracht
B
Door de warmte
C
Door de zon
D
Door de kou

Slide 17 - Quiz

Waarmee meet je de luchtdruk?
A
Met een fietspomp
B
Met een barometer
C
Met een hectometer
D
Met je handen

Slide 18 - Quiz

Waaraan herken je een hogedrukgebied?
A
Veel wolken
B
Slecht weer
C
Droog
D
Veel wind

Slide 19 - Quiz

Nog 2 vragen over deze foto

Slide 20 - Diapositive

Waar is de meeste wind?
A
Linksboven
B
Rechtsboven
C
Linksonder
D
Rechtsonder

Slide 21 - Quiz

De wind gaat van ...
A
L naar L
B
L naar H
C
H naar H
D
H naar L

Slide 22 - Quiz

Controle
Kan je aan de persoon naast je uitleggen 

- Wat luchtdruk is?
- Hoe je luchtdruk kan meten?
- Wat absolute druk is en hoe je daarmee kan rekenen?
- Wat luchtdruk met het weer te maken heeft?

Slide 23 - Diapositive

Zelfstandig werken


Maken in je boek - Hoofdstuk 4.1
Leg voor je zelf een begrippenlijst aan.



Slide 24 - Diapositive