De kalender 1

Rekenen
De kalender
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
De kalender

Slide 1 - Diapositive



Met welke dag begint de week?
A
Dinsdag
B
Vrijdag
C
Zondag
D
Zaterdag

Slide 2 - Quiz


Vul in.

Vandaag is het donderdag, ...... is het vrijdag.

Slide 3 - Question ouverte


Vandaag is het vrijdag.
Morgen is het zaterdag.
.... is het zondag.

A
Gister
B
Vandaag
C
Overmorgen
D
Morgen

Slide 4 - Quiz


Vul in.

Vandaag is het donderdag, ...... was het woensdag.

Slide 5 - Question ouverte


Het is vandaag maandag.
Ik moet nog 2 nachtjes slapen, dan ben ik jarig.
Op welke dag ben ik jarig?

A
Woensdag
B
Donderdag
C
Vrijdag
D
Zaterdag

Slide 6 - Quiz


Welke dagen zitten er in het weekend?

Slide 7 - Question ouverte


Vandaag is het donderdag.
Gisteren was het woensdag.
.... was het dinsdag.
A
Vandaag
B
Morgen
C
Overmorgen
D
Eergisteren

Slide 8 - Quiz


Vandaag is het zaterdag.
Ik moet nog 5 nachtjes slapen, dan gaan we op vakantie.

Op welke dag ga ik op vakantie?

Slide 9 - Question ouverte


Vandaag is het zaterdag.
.... was het vrijdag.
Eergister was het donderdag.
A
Vandaag
B
Morgen
C
Overmorgen
D
Gister

Slide 10 - Quiz


Wat is de eerste dag na het weekend?

Slide 11 - Question ouverte



Welke dag zit er voor het weekend?
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Donderdag
D
Vrijdag

Slide 12 - Quiz

Vandaag is het zondag.
Op woensdag mag ik trakteren in de klas.

Hoeveel nachtjes moet ik nog slapen?

Slide 13 - Question ouverte



Op welke dag gaan we maar een halve dag naar school?
A
Woensdag
B
Dinsdag
C
Donderdag
D
Vrijdag

Slide 14 - Quiz


Wat is jouw lievelings dag?

Slide 15 - Question ouverte


Je bent klaar! 
Goed gedaan!

Slide 16 - Diapositive