Woordenschat Op niveau blok 1, 2, 3

Dinsdag 13 april
Aan het einde van de les:

- weet je welke woordraadstrategieën er ook alweer zijn
- heb je een deel van de woordenschat uit blok 1, 2 en 3 van Op Niveau herhaald
-weet je welke van deze woorden je voor de volgende toetsweek nog moet herhalen 

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dinsdag 13 april
Aan het einde van de les:

- weet je welke woordraadstrategieën er ook alweer zijn
- heb je een deel van de woordenschat uit blok 1, 2 en 3 van Op Niveau herhaald
-weet je welke van deze woorden je voor de volgende toetsweek nog moet herhalen 

Slide 1 - Diapositive



desalniettemin
offreren
onverwijld
restitutie
etiquette



anekdote
criterium
plausibel
appelleren aan
profijt 
Kijk een minuutje naar de volgende woorden. Weet je nog wat ze betekenen? 

Slide 2 - Diapositive


Mijn nieuwe collega is zeer innovatief! Een verademing, want zijn voorganger was weinig vernieuwend.

Slide 3 - Question ouverte


Heb je abusievelijk de verkeerde opdracht ingeleverd, of heb je het met opzet gedaan? 

Slide 4 - Question ouverte


We staan vroeg op en kunnen bijgevolg op tijd vertrekken.

Slide 5 - Question ouverte


Die viroloog is erg mediageniek

Slide 6 - Question ouverte


Shell handelt volgens accountant niet in overeenstemming met eigen klimaatdoel

Slide 7 - Question ouverte

Je kunt dus:

  • Op zoek gaan naar een synoniem
  • Kijken of je een antoniem ziet
  • Het woord afleiden uit context of zinsverband
  • Checken of je een deel van het woord kent
  • Naar het plaatje kijken

Maar wat als dit allemaal niets oplevert? 

Slide 8 - Diapositive



Kwalitatief
Manipulatie
Opinie
Anderszins
Accuraat
Statisticus
Responsabel
Aanbeveling
Conventie
Dossier





Essentieel
Impliciet
Metafoor
Alert
Empirisch
Ridiculiseren
Suggestief
Rendementsdenken
Authentiek
Polarisatie



Kies 9 van de 20 woorden en schrijf ze op:

Slide 9 - Diapositive

Schrijfopdrachtje
  • De woorden in context plaatsen helpt om ze te onthouden.
  • Je doet individueel of in tweetallen een korte schrijfopdracht.
  • Als je er niet uitkomt, vraag je het aan mij.
  • Je hebt maximaal een kwartier.
  • Als de opdracht klaar is, vraag ik een paar lln op school en online om de tekst voor te lezen. 
  • Als je snel klaar bent, kijk je of je nog wat extra woorden in je tekst kunt verwerken.
  • Schrijf een korte tekst en verwerk daarin een aantal woorden van de lijst. Je mag kiezen uit een dialoog en een kort verhaaltje. Je mag het alleen doen, of met zijn tweeën.



Slide 10 - Diapositive

Schrijf alleen of in tweetallen een korte dialoog tussen twee  personen over een probleem  (ruzie, roddel, iets kwijt, etc.). Gebruik 10 van de 15 woorden en uitdrukkingen:  kampen met, sarcastisch, minimaal, subtiel, dweilen met de kraan open, theatraal, op het verkeerde been zetten, in principe, genoegzaam,  sociaal voelend, assertief, grasduinen, manipulatie, opinie, tsunami
Beschrijf alleen of in tweetallen een dag in het leven van een ding (bijv. een telefoon, een pinpas, een schoen, etc.). Gebruik 10 van de 15 woorden en uitdrukkingen:
expliciet, anekdote, aanbeveling, emotioneel stabiel, energiek, desalniettemin, flexibel, claimen, opponent, zich het hoofd breken over, irreëel, illegaal, in een vloek en een zucht, alert, kwalitatief

Slide 11 - Diapositive

Terugblik

  • Wie kan minimaal 4 woordraadstrategieën opnoemen? 
  • Welk percentage van de woorden kende je nog ongeveer? 
  • Wat vond je deze les het leukste onderdeel? 

Slide 12 - Diapositive



In principe
Offreren
Blijkens
Ambitieus
Consulent
Wederhoor
Restitutie
Expliciet
Illegaal
Marechaussee





Conclusie
Anekdote
Migratie
Valide
Kaalslag
Profileren
Volstaan
Pleidooi
Confronteren (met)
Generaliseren



Kies 9 van de 20 woorden en schrijf ze op:

Slide 13 - Diapositive

Omschrijf één van de woorden zonder het woord zelf te gebruiken. De rest raadt: om welk woord gaat het? 
moreel
theatraal
item
grasduinen
lead
subtiel
deadline
valide
consulent
onverwijld
mentaal
ambitieus
marketeer
definitie
illegaal
cartoon

Slide 14 - Diapositive