Week 10 - Les 1 - 2HV 1.4 Het einde van de Opstand

1.4 einde van de Nederlandse Opstand
Telefoon in de telefoontas
Werkmateriaal op tafel
Respect voor elkaar
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

1.4 einde van de Nederlandse Opstand
Telefoon in de telefoontas
Werkmateriaal op tafel
Respect voor elkaar

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Wat weten jullie nog? (1.3)                                                (10 min) 
  2. Laatste leerdoel 1.3                                                                 (3 min) 
  3. Introductie leerdoelen 1.4                                                   (10 min) 
  4. Aan de slag met laatste twee leerdoelen 1.4             (20 min) 
  5. Leren voor de toets                                                                  (7 min)


Slide 2 - Diapositive

Wat waren de oorzaken van de Beeldenstorm uit 1566?
A
Het Smeekschrift en de Hagepreken
B
De hertog van Alva en zijn Bloedbank
C
Willem van Oranje die naar Duitsland vlucht
D
Philips II die protestant wordt

Slide 3 - Quiz

Nederland werd in 1588 een republiek, wat betekent een republiek?
A
Een koning(in) hebben
B
Een land zonder koning
C
Veel geld hebben
D
Land erbij krijgen

Slide 4 - Quiz

In 1588 werd de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen. De Republiek had geen koning. Leg uit hoe de Republiek werd bestuurd:
--> Ga in op de Buitenlandse politiek (Staten-Generaal)
--> Ga in op binnenlandse politiek (Gewestelijke staten)

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de stadhouder en de raadspensionaris?
A
Stadhouder is de hoogste regent in het gewest Holland, de raadspensionaris van heel Nederland.
B
De stadhouder heeft de leiding over het leger en de vloot. De raadspensionaris gaat over de schatkist.
C
Stadhouder en de raadspensionaris hebben evenveel macht.

Slide 6 - Quiz

2. Jij kunt vier ontwikkelingen noemen waaruit blijkt dat de Opstandelingen steeds sterker werden. (1.4 blz. 40/41)
  1.  Ten eerste ging het steeds beter met de hand & nijverheid in Holland & Zeeland: huurlingenleger 
  2. Spanje voerde veel oorlog; kwam hierdoor geld te kort. 
  3. Republiek had sterke bondgenoten: Engeland, Frankrijk. 
  4. Stadhouder Maurits goede legeraanvoerder.

Slide 7 - Diapositive

Op weg naar vrede (blz. 41) & godsdienstoorlogen in Europa (blz. 42) 
  • 3. Jij kunt uitleggen hoe de strijd tussen de Republiek en Spanje tot een einde kwam.
  • Leg uit wat de reden was voor de oorlogsvermoeidheid.
  • Leg uit wat er gebeurde tussen 1609 & 1621 & welk gevolg deze had voor de Nederlanden. 
  • Leg uit wat er stond in de Vrede van Munster (1648)
  • 4. Jij kunt uitleggen dat de Opstand niet op zichzelf stond, maar past bij oorlogen in heel Europa. 
  • Schets de religieuze situatie van Republiek, Frankrijk, Duitse Rijk, Engeland. 

Slide 8 - Diapositive

Op weg naar vrede (blz. 41) & godsdienstoorlogen in Europa (blz. 42) 
  • 3. Jij kunt uitleggen hoe de strijd tussen de Republiek en Spanje tot een einde kwam.
  • de oorlogsvermoeidheid: Spanje & Republiek hadden hun geld aan oorlog opgemaakt. 
  • tussen 1609 & 1621: Wapenstilstand leverde de Republiek flink geld op. 
  • Vrede van Munster (1648): Spanje erkent de Republliek 

Slide 9 - Diapositive

Op weg naar vrede (blz. 41) & godsdienstoorlogen in Europa (blz. 42) 
  • 4. Jij kunt uitleggen dat de Opstand niet op zichzelf stond, maar past bij oorlogen in heel Europa. 
  • Republiek: gewetensvrijheid, geloven in jouw hoofd. 
  • Frankrijk: Katholieken & protestanten bloedig conflict; protestanten vluchten naar Republiek
  • Duitse Rijk: Elk Duits staatje bepaalde zelf welk geloof.
  • Engeland:  Anglicaanse kerk: splitsen zich af van Rome. 

Slide 10 - Diapositive

Waarom gingen
Nederlanders zich
verzetten tegen Filips II?

Slide 11 - Carte mentale

Hebben jullie nog vragen?
A
Ja
B
Nee
C
Ik wil eerst het huiswerk proberen te maken

Slide 12 - Quiz