H2 - Snelcursus voltooid deelwoord

Lesdoelen
  • Aan het eind van deze les kun je het voltooid deelwoord herkennen

  • Aan het eind van deze les kun je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord maken
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
  • Aan het eind van deze les kun je het voltooid deelwoord herkennen

  • Aan het eind van deze les kun je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord maken

Slide 1 - Diapositive

Het voltooid deelwoord is verleden tijd
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Het voltooid deelwoord wordt altijd gemaakt met een hulpwerkwoord
A
nee
B
ja

Slide 3 - Quiz

Sleep de werkwoorden naar het juiste vak
Ik           naar huis
Hij         hier nooit
Waarom             je mij geen hand?
Het paard          heel snel. 
Elke dag              René met zijn moeder 
Zijn vader                een boete         
Voltooid deelwoord
Onvoltooid verleden tijd
Onvoltooid tegenwoordige tijd
ben
gereden
is
geweest
gaf
was
heeft
getelefoneerd
had
gekregen

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de werkwoorden naar het juiste vak
Er             drei Äpfel
Warum.                 du mir keinen Hand?
Das Pferd.            sehr schnell.
Jeden Tag              René mit seiner Mutter
Sein Vater                 einen Bußgeld         
Ich                 in Amsterdam 
Voltooid deelwoord
Onvoltooid verleden tijd
Onvoltooid tegenwoordige tijd
habe
gewohnt
hat
gekauft
gabst
war
hat
telefoniert
hat
bezahlt

Slide 5 - Question de remorquage

Voltooid 
deelwoord
  • Voor elk onderwerp gelijk
  • Hulpwerkwoord nu niet leren
  • Stap 1:
  • stam maken 
  • Stap 2:
  • ge- ervoor
  • Stap 2:
  • -t erachter
  • Wir haben in Amsterdam (wohnen)
  • wohn-

  • gewohn-


  • gewohnt

Slide 6 - Diapositive

Maak de stam van: kochen

Slide 7 - Question ouverte

Maak de stam van: lieben

Slide 8 - Question ouverte

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
A
stam + ge + t
B
g + stam + ed
C
ge + stam + t
D
ge + stam + d

Slide 9 - Quiz

Maak het voltooid deelwoord van:
danken

Slide 10 - Question ouverte

Maak het voltooid deelwoord van:
leben

Slide 11 - Question ouverte

Maak het voltooid deelwoord van:
packen

Slide 12 - Question ouverte

Voltooid deelwoorden 
met bijzondere stam
  • stam op d/t
  • stam op medeklinker +m/n


  • extra -e


  • antworten
  • atmen


  • geantwortet
  • geatmet


  • stam op -s kllank
  • -s/-sch/-ß/-x/-z


  • normaal


  • küssen
  • schweißen


  • geküsst
  • geschweißt


  • eindigt op -ieren
  • prefix ge/be/ver/er/emp enz


  • geen ge-


  • studieren
  • verdienen



  • studiert
  • verdient


Slide 13 - Diapositive

Werkwoorden die eindigen op -ieren
A
geen -t
B
geen ge-
C
extra e
D
normaal

Slide 14 - Quiz

Werkwoorden met een vaste prefix

A
geen -t
B
geen ge-
C
extra e
D
normaal

Slide 15 - Quiz

Werkwoorden met stam op -d/-t

A
geen -t
B
geen ge-
C
extra e
D
normaal

Slide 16 - Quiz

Werkwoorden met stam op -s klank

A
geen -t
B
geen ge-
C
extra e
D
normaal

Slide 17 - Quiz

Werkwoorden met stam op -s klank

A
geen -t
B
geen ge-
C
extra e
D
normaal

Slide 18 - Quiz

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Wir haben gestern für die Gäste (kochen) .

A
kocht
B
gekocht
C
gekochet
D
kochet

Slide 19 - Quiz

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Wir haben gestern unsere Gäste (bekochen) .

Slide 20 - Question ouverte

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Was habt ihr alles davon (lernen) ?

Slide 21 - Question ouverte

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Von wem wurden Sie da (behandeln) ?

Slide 22 - Question ouverte

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Was hat diese Behandlung (kosten) ?

Slide 23 - Question ouverte

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Von wem hat Johann das (hören) ?

Slide 24 - Question ouverte

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Was hast du gestern (machen) ?

Slide 25 - Question ouverte

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Haben Sie noch mit ihrem Kollegen (reden) ?

Slide 26 - Question ouverte

Vervoeg het woord naar een voltooid deelwoord

Ich habe mir doch etwas anders (wünschen) .

Slide 27 - Question ouverte

Lesdoelen
  • Aan het eind van deze les kun je het voltooid deelwoord herkennen

  • Aan het eind van deze les kun je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord maken

Slide 28 - Diapositive

Ik kan het voltooid deelwoord herkennen
Ja
Nein

Slide 29 - Sondage

Ik kan het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord maken
15

Slide 30 - Sondage