pesten

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

P&P

Pesten

Lesdoel

Je kunt onderscheid maken tussen plagen en pesten. 

Je maakt kennis met manieren waarop jij als sociaal werker kan omgaan met pest gedrag. 

Plagen en pesten

Beide komen veel voor bij alle doelgroepen

Pesten is totaal iets anders dan plagen maar dit wordt nog wel eens door elkaar gehaald.

Wat is het verschil tussen plagen en pesten?

Plagen - Pesten

Pesten

De definitie van pesten is: het met opzet lichamelijk en/of geestelijk kwetsen van een ander die zich in een minder sterke positie verkeerd.

Filmpje

Is dit pesten of plagen?

www.telegraaf.nl

Wordt er gepest of geplagen en waarom?

Welke vormen van pesten kennen jullie?

Voorbeelden van pesten kunnen fysiek zijn zoals slaan of schoppen. Het kan ook uitschelden zijn, beledigende bijnamen gebruiken, spullen afpakken, buitensluiten of dwingen om bepaalde dingen te doen of geven. Een heel andere vorm van pesten kan ook cyberpesten zijn. Dit zien we tegenwoordig steeds vaker en vraagt van een begeleider weer heel andere dingen. 

Pesten is een groepsproces.
Welke rollen kennen jullie?

Rollen

• De assistent
• De meeloper
• De buitenstaander
• Het slachtoffer
• De verdediger

Hebben jullie op de basisschool pesten meegemaakt in de klas? Welke rol zag je?

Aanpak pesten

• Alle partijen aanpakken!
• Wanneer de meelopers en de zwijgers bewust worden gemaakt van de effecten kun je de groep zo instellen dat het pestgedrag minder wordt. 
• Het is dus onwijs belangrijk om dit soort gedrag te signaleren en te handelen zodat de veiligheid verbeterd wordt. Want zoals we van Maslow geleerd hebben: veiligheid is een basisbehoefte voor de ontwikkeling.

vijf sporen beleid:

SPOOR 1: Aanleren van nieuwe adequate sociale vaardigheden slachtoffer.

SPOOR 2 : De zwijgende middengroep in beweging zetten om zich sterk te maken tegen pesten, de pester maakt dan minder kans.

SPOOR 3: Aanleren van nieuwe sociale vaardigheden aan de pester.

SPOOR 4: Bestrijden van pesten door de leerkracht/begeleider. Hij moet het verschijnsel kunnen signaleren en er iets aan doen.

SPOOR 5: Mobiliseren van alle ouders. Ouders moeten weten dat ieder kind de kans loopt om gepest te worden en dus ook hun eigen kind, zodat ouders alert zijn op signalen van pesten of gepest worden bij hun kinderen.

Conformisme

Wat houdt dit ook alweer in?

Bekijk het volgende filmpje.

Gedicht van Fleur

www.hartvannederland.nl

Casus Jelte

Jelte is boos. Hij wil in de schommel, maar mag van andere kinderen niet erbij. Ze stoppen niet met schommelen als hij daar (eerst vriendelijk, daarna boos) om vraagt, zodat hij erbij kan. Hij gaat naar de leerkracht op het plein, die het niet heeft gezien. “Dat doen ze nou altijd! Ik mag nooit erbij op de schommel!” zegt hij luid tegen de leerkracht. Bij de schommel zeggen de kinderen in de schommel dat hij zo boos doet en hij daarom niet mee mag doen. “Bovendien zitten we er al met zijn zessen in en zes is het maximum.” Jelte zegt; “Ja, maar ik mag nooit in de schommel.” De leerkracht zegt dat er gewisseld moet worden. Daarop vertrekken alle kinderen en laten Jelte alleen bij de schommel.

Casus: Vince

Vince kan niet tegen onrechtvaardigheid. Als hij vindt dat anderen hem onrecht aandoen, vindt hij het heel moeilijk om dan rustig te blijven en uit zich snel fysiek. Kinderen weten dit van hem. Het is al vaak in de klas ter sprake geweest.

Tijdens de gymles, schopt Jordy tijdens het voetballen de bal expres bij Vince uit zijn handen. Vince ontploft. Het duurt een tijd voor hij voor rede vatbaar is en weer wil praten.

Als hij eenmaal is gekalmeerd, geeft hij aan dat Jordy het expres deed. Ook zegt hij erbij: “Iedereen weet dat ik snel boos word, maar dan doet Jordy dat expres toch. Dat vind ik niet fijn. Ik wil niet boos worden, maar ik kan er niets aan doen.”

vijf sporen beleid:

SPOOR 1: Aanleren van nieuwe adequate sociale vaardigheden slachtoffer.

SPOOR 2 : De zwijgende middengroep in beweging zetten om zich sterk te maken tegen pesten, de pester maakt dan minder kans.

SPOOR 3: Aanleren van nieuwe sociale vaardigheden aan de pester.

SPOOR 4: Bestrijden van pesten door de leerkracht/begeleider. Hij moet het verschijnsel kunnen signaleren en er iets aan doen.

SPOOR 5: Mobiliseren van alle ouders. Ouders moeten weten dat ieder kind de kans loopt om gepest te worden en dus ook hun eigen kind, zodat ouders alert zijn op signalen van pesten of gepest worden bij hun kinderen.

Wat vonden jullie van de les?

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting

Wat vonden jullie van de les?

Hebben jullie nog vragen? 

Volgende week de toets! Succes met leren.