§1.1 Markt en marktstructuur (module 3)

1 / 23
suivant
Slide 1: Vidéo
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Startvraag
Je scooter start niet meer. Je brengt je scooter naar de dichts bij zijnde scooterwinkel.

De scooterwinkel zegt dat de reparatie €150,- zal kosten.

Is er een kans dat je wordt opgelicht? Leg uit waarom wel of waarom niet.

Slide 2 - Diapositive

Wat zou voor ons (de consument) goed zijn? Een prijs die bepaalt wordt door een monopolist of een prijs die tot stand komt door concurrentie? Leg uit waarom je dat denkt.

Slide 3 - Question ouverte

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  • De verschillende marktkenmerken beschrijven en herkennen op verschillende markten.


Slide 4 - Diapositive

§1.1 Markt en marktstructuur (module 3)

Slide 5 - Diapositive

Soorten markten

• Op iedere markt bepalen vraag en aanbod de prijzen (marktwerking)
Concrete markt => vraag en aanbod => op één plek te vinden
Abstracte markt => vraag en aanbod => in een heel gebied te vinden (stad, land)

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld concrete markt
Aanbod = groente en fruit
Vraag = consumenten

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld abstracte markt
Aanbod = alle woningen in heel Nederland
Vraag = alle mensen die een woning zoeken

Slide 8 - Diapositive

Geef een ander voorbeeld van een abstracte markt

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Transfermarkt (voetbal)

Slide 11 - Diapositive

Vraag en aanbod 
Voor een abstracte markt geldt:
  • Aanbod = Het totale aantal goederen of diensten dat beschikbaar is
  • Vraag = Het totale aantal goederen of diensten waar behoefte aan is

  • In een abstracte markt bepalen vraag en aanbod samen de prijs
  • Voorbeeld:
  • Veel vraag en weinig aanbod => hoge prijs
  • Veel vraag en veel aanbod => lage prijs

Slide 12 - Diapositive

Marktvormen
Er zijn 4 marktvormen.

  • Iedere marktvorm heeft een eigen "structuur"
  • Iedere marktvorm heeft zijn eigen kenmerken.
  • Die kenmerken bepalen hoeveel macht de aanbieder heeft. (invloed op de prijs)


Slide 13 - Diapositive

Monopolie
  • Een monopolie is een marktvorm waarbij er 1 aanbieder is
  • Die ene aanbieder kan zelf de prijs bepalen

  • Kenmerken van de structuur:
  • 1 aanbieder (marktaandeel 100%)
  • homogeen product (productdifferentiatie) 
  • Moeilijk toe te treden (toetredingsdempel)

Slide 14 - Diapositive

Volkomen concurrentie
Volkomen concurrentie is een marktvorm waarbij er veel aanbieders zijn. Deze verkopen een homogeen product. 

  • Graanmarkt 
  • Aandelenmarkt
  • Rijstmarkt in Azië 

  • In dit soort markten wordt de prijs uitsluitend bepaalt door vraag en aanbod.


Slide 15 - Diapositive

Volkomen concurrentie
Volkomen concurrentie is een marktvorm waarbij er veel aanbieders zijn. Deze verkopen een homogeen product. 

Kenmerken van de structuur:
  • veel aanbieders
  • homogeen product (aardolie, graan)
  • eenvoudig toe te treden




Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Wat: maak opdracht 1 t/m 4  op blz. 13
Hoe: lees de leer tekst als je moeite hebt met een vraag!
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Zelfstandig nakijken
Klaar: Begin alvast met het huiswerk:
Opdracht 5 t/m 8 op blz. 13


timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk tijd
  • Opdracht 5 t/m 8 op blz. 13


timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

De vraag en aanbodlijn
Pak een schrift met ruitjespapier. Als je dit niet hebt, deelt de docent een blaadje uit.

Schrijf en teken mee met de docent.

Slide 19 - Diapositive

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid
  • Evenwichtsprijs: prijs die ontstaat als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
  • Evenwichtshoeveelheid: de hoeveelheid waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Slide 20 - Diapositive

Verschuiving vraaglijn

Slide 21 - Diapositive

Verschuiving aanbodlijn

Slide 22 - Diapositive

Opdracht
Wat: maak opdracht 2 t/m 6  op blz. 83
Hoe: lees de leer tekst als je moeite hebt met een vraag!
Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Begin alvast met het huiswerk:
Herhalingsopdracht 14, 15 en 16 op blz. 93 en plusopdracht 9 en 10 op blz. 95


timer
15:00

Slide 23 - Diapositive