2K - Spelling H2: Leenwoorden

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2K

Vandaag...
- s.o. zinsdelen bespreken
- Terugblik Spelling H1
- Spelling H2: leenwoorden
Leerdoel:
- Ik kan Engelse, Franse en Duitse leenwoorden correct spellen

Huiswerk dinsdag 21 december:
- Maken: Spelling H2: leenwoorden
- Leren: Theorie Spelling H2

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2K

Vandaag...
- s.o. zinsdelen bespreken
- Terugblik Spelling H1
- Spelling H2: leenwoorden
Leerdoel:
- Ik kan Engelse, Franse en Duitse leenwoorden correct spellen

Huiswerk dinsdag 21 december:
- Maken: Spelling H2: leenwoorden
- Leren: Theorie Spelling H2

Slide 1 - Diapositive

Maak een zin met 'blijven' die bestaat uit de zinsdelen: ow, wg, 2x bwb:

Ik blijf hier vandaag staan.

Ik blijf staan, omdat ik vandaag geen stoel bij me heb.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Leerdoelen

- Ik kan Engelse, Franse en Duitse leenwoorden correct spellen.

Slide 4 - Diapositive

Los in tweetallen de volgende raadsels op. 
  • eaurub = werktafel
  • anvarac = vakantiehuisje op wielen
  • wlonc = grappenmaker
  • ywbooc = veedrijver

Kijk vervolgens samen wat opvalt aan deze woorden en wat ze gemeen hebben.
timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

OPLOSSING
  • eaurub = werktafel                                           bureau
  • anvarac = vakantiehuisje op wielen          caravan
  • wlonc = grappenmaker                                   clown
  • ywbooc = veedrijver                                         cowboy

Alle woorden komen uit een andere taal. Het zijn leenwoorden.

Slide 6 - Diapositive

 H2 Spelling
Leenwoorden 
Het zijn woorden die uit andere talen in het Nederlands terecht zijn gekomen. De meeste woorden die we overnemen uit andere talen, worden na een tijdje aangepast aan het Nederlandse spellingsysteem.

Deze les kijken we hoe je Engelse en Franse leenwoorden kunt spellen.

Slide 7 - Diapositive

 H2 Spelling
Engelse leenwoorden
  • Een samenstelling van Engelse woorden met één klemtoon schrijf je in het Nederlands als één woord: latenightshow, voicemail.
  • Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken: time-out, sit-up.
  • Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep en twee klemtonen bevat, schrijf je de delen los: second opinion, low budget 

Slide 8 - Diapositive

Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
coverstory
B
eye liner
C
glamourgirl
D
make-up

Slide 9 - Quiz

Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
intensive care
B
sandwich
C
smash
D
pick up

Slide 10 - Quiz

 H2 Spelling
Franse leenwoorden 
In sommige Franse woorden schrijf je accenten op een klinker:
  • accent aigu (logé)
  • accent grave (crèche)
  • accent circonflexe (crêpe)
 
> Zoek in tweetallen voor elk accent drie woorden waarin het accent gebruikt wordt.

 


timer
3:00

Slide 11 - Diapositive

Noteer hier welke woorden jullie bij elk accent gevonden hebben.
Wat valt er op aan de uitspraak?

Slide 12 - Question ouverte

 H2 Spelling
Franse leenwoorden 
In sommige Franse woorden schrijf je accenten op een klinker:
  • accent aigu (logé)
  • accent grave (crèche)
  • accent circonflexe (crêpe)
 
Andere Franse woorden schrijf je zonder accenttekens: controle, diner.
In een woord dat echt als Frans aanvoelt, blijven alle accenttekens staan. Vooral bij woordgroepen (déjà vu)
 


Slide 13 - Diapositive

ê
é
è
accent aigu 
accent grave
accent circonflexe

Slide 14 - Question de remorquage

Welk accent bevat dit woord?

blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 15 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 16 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 17 - Quiz

Huiswerk
H2 Spelling leenwoorden

Slide 18 - Diapositive