infectie

Besmetting en infectie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Besmetting en infectie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe een besmetting ontstaat
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een besmetting en een infectie
  • Je kunt het verschil benoemen tussen een virus en een bacterie

Slide 2 - Diapositive

Wat is een infectie


Een reactie van je lichaam wanneer er een ongewenst micro-organisme in je lichaam komt

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Verschillende soorten infecties
Neusverkoudheid en griep
Herpesvirus
Soa's
Hiv
MRSA
Voedselinfectie
Schimmelinfectie
Corona 

Slide 5 - Diapositive

Infecties in organen
Urineweginfectie
Luchtweginfectie
Huid- of wondinfectie
Maag/darminfectie

Slide 6 - Diapositive

Groepen micro-organismen

Bacteriën 
Schimmels 
Gisten 
Parasieten
Prionen

Slide 7 - Diapositive

Bacteriën
Onderverdelen in:

  • Bacillen - vorm van een cilinder
  • Kokken - bolvormig
  • Stafylokokken - etterige ontstekingen
  • Streptokokken en pneumokokken

Slide 8 - Diapositive

Schimmels
Schimmels van de huid
Voetschimmel
Kalknagels
Schimmel in de liezen

Slide 9 - Diapositive

Gisten
  • Eéncellig
  • Op huid en slijmvliezen

Slide 10 - Diapositive

Parasieten
Planten zich voort d.m.v. een gastheer

  • Parasitaire wormen: platwormen, haakwormen, rondwormen
  • Geleedpotige parasieten: teken, mijten, vliegen

Slide 11 - Diapositive

Prionen
  • Prionen zijn ziekmakende deeltjes die ontstaan uit normale eiwitten
  • Komen voor in de hersenen
  • Bekend bij de gekke koeienziekte; Creutzfeldt-Jacob

Slide 12 - Diapositive

Verschil bacterie/virus

Bacterie = Eencellig micro-organisme, levendige cel

Virus = Geen micro-organisme, heeft geen eigen cellen. Klein deeltje met erfelijk materiaal


Slide 13 - Diapositive

Besmetting
Het overbrengen van levende ziekteverwekkers van het ene individu of plaats naar de andere

  • Contactbesmetting 
  • Kruisbesmetting
  • Herbesmetting

Slide 14 - Diapositive

Soorten van besmetting
  • Via direct contact - bloed, speeksel, urine, lichaamsvloeistoffen, huid op huid contact
  • Via de lucht - niezen of hoesten
  • Via een voorwerp - deurklink, smartphone, verpleegmaterialen
  • Via voedsel - rauwe kip
  • Via dieren - insecten of andere dieren

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Niet schadelijke organismes
  • Om yoghurt te maken van melk heb je bacteriën nodig
  • Darmflora bestaat uit veel bacteriën
  • Alcohol (gisten)
  • Schimmelkaas
  • Penicilline (schimmel)
  • Champignons en andere paddestoelen

Slide 17 - Diapositive

Hoe noem je het binnendringen van micro-organismen?
A
Infectie
B
Ontsteking
C
Besmetting
D
afweer

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste omschrijving van een infectieziekte?
A
zwelling. pijn. roodheid. warmte en functieverlies
B
Een ziekte die het gevolg is van het binnendringen van micro-organismen
C
Een ziekte die besmettelijk is voor anderen
D
reactie op weefselschade

Slide 19 - Quiz


Een infectie heeft altijd te maken met bacteriën of virussen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Welke van de hieronder genoemde kenmerken hoort niet bij een infectie?


A
Blauwe plek
B
Zwelling
C
Roodheid
D
warmte

Slide 21 - Quiz

Een ontsteking kan een gevolg zijn van een infectie
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

een virus is een levende cel en kan dus lang overleven
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

wat is geen middel om besmetting te voorkomen
A
een ontsteking direct koelen
B
afstand houden van elkaar
C
handen wassen
D
hoesten/niezen in zakdoek

Slide 24 - Quiz