Waarheid als een koe, les 1 & 2

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
nltMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Lien

start 3:04 
einde 7;51
timer
25:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ziekte verwekkers 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Micro organismen
- Bacteriën
- Virussen (organisme ?)
- Schimmels
- Parasiten (micro?)

Daarnaast: prionen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parasitisme 
  • Parasiet 
  • Gastheer  

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pokken
Pokken (variola) is een ernstige infectieziekte die veroorzaakt wordt door het pokkenvirus. Tot men ging vaccineren, waren er door de eeuwen heen epidemieën op alle continenten met zeer veel slachtoffers. Pokken was tot de achttiende eeuw een belangrijke doodsoorzaak bij kinderen: in Zweden en Frankrijk overleed één op de tien kinderen aan pokken. Door succesvolle wereldwijde vaccinatie (met het Vaccinia virus) is variola inmiddels uitgestorven.
Mazelen
Mazelen (morbilli) is een ziekte die veroorzaakt wordt door het mazelenvirus en vooral kinderen treft. Het mazelenvirus behoort tot de virusfamilie paramyxoviridae, genus morbilli. 
Hoewel er een veilig en goedkoop vaccin beschikbaar is, is mazelen een van de belangrijkste oorzaken van kindersterfte wereldwijd. In België en Nederland wordt een vaccin aan alle kinderen aangeboden.
HIV/AIDS
Hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficiëntie virus) is een virus dat het afweersysteem van de mens verzwakt. Een hivinfectie is een soa Seksueel overdraagbare aandoeningen . Als je een hivinfectie hebt en daar niet voor wordt behandeld, kun je aids krijgen. Dan is je afweersysteem zo verzwakt door hiv dat je lichaam nauwelijks meer beschermd is tegen andere infecties.
Builenpest
De Pest van Justinianus was een pandemie, die het Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk in de jaren 541-543 na Christus trof. De meest algemeen aanvaarde oorzaak van deze pandemie is de builenpest, dezelfde ziekte die 800 jaar later, in de 14e eeuw de Zwarte Dood veroorzaakte. De sociale en culturele gevolgen van de Pest van Justinianus waren vergelijkbaar met die van de Zwarte Dood. De ziekte trof Centraal- en Zuid-Azië, Noord-Afrika, het gehele Middellandse Zeegebied en Europa tot aan Denemarken en Ierland toe.

de derde pandemie
 Eind negentiende eeuw verspreidde de pest zich opnieuw in hoog tempo over de wereld. In 1855 brak de ziekte uit in de Chinese provincie Yunnan. Via de opiumroute werd de ziekte naar Hong Kong gebracht en aan het eind van de eeuw dook de ziekte op in Bombay. Het eiland Madagaskar werd in 1899 voor het eerst slachtoffer van de bacterie. In totaal eiste de derde pandemie meer dan 12 miljoen levens, waarvan de meeste doden uit India kwamen.
Tyfus
Tyfus is een besmettelijke bacteriële infectie die meestal wordt veroorzaakt door de Salmonella typhosa die zich in besmette melk, besmet water of voedsel bevindt. Deze ziekte komt in de westerse wereld betrekkelijk weinig voor. In Nederland worden jaarlijks slechts zo’n vijftig gevallen gerapporteerd. In derdewereldlanden waar de sanitaire voorzieningen slecht zijn, komen heel vaak tyfusepidemieën voor. Tyfus is een ontsteking van de ingewanden.
Cholera
Cholera is een infectieziekte veroorzaakt door de bacterie Vibrio cholerae. Het belangrijkste kenmerk van de ziekte is ernstige diarree en uitdroging. De incubatietijd van de bacterie kan variëren van zes uur tot twee dagen.De ziekte wordt overgebracht via besmet water, dat kan door het drinken van besmet water maar ook door het eten van rauwe vis die in vervuild water heeft gezwommen of door het eten van groente die in besmet water is gewassen. Ook door contact met ontlasting of braaksel van een patiënt kan men besmet worden. Om de ziekte te voorkomen moet men hygiënisch te werk gaan, oppassen met rauw eten, onzuiver water en ijs. Binnen dertig minuten deelt de bacterie zich in het menselijke lichaam. Hierdoor wordt het menselijke immuunsysteem in de war gebracht, waardoor het niet alle indringers onschadelijk kan maken. De incubatietijd van de bacterie varieert van zes uur tot twee dagen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaan nieuwe virussen?
Virussen kunnen door mutaties heel snel veranderen. Bv het griepvirus, is elk jaar net anders.

Verspreiding vindt plaats doordat het virus zich in cellen kan vermenigvuldigen. De cel gaat kapot en de vrijgekomen virussen infecteren andere cellen.


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geheel nieuw virus
- Mens of dier is besmet met twee verschillende typen virussen. 
- Virussen kunnen DNA uitwisselen, waardoor nieuw type virus ontstaat.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriecel
soorten bacteriën

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De opbouw van het lichaam van de bacterie

Geen celkern
Wel celwand

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw bacterie
voortplanting bacterie

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  • Herhalen virussen en bacteriën 
  • verder met: schimmels, parasiten en prionen
  • tip: vul tijdens de uitleg je mindmap aan met aantekeningen 
  • maken opdracht 2 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen hoofdstuk 2
Ziekteverwekkers
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bacterie is...
A
Een levend organisme die zich verplaats met geslachtsgemeenschap
B
Een niet levend organisme die zich alleen onder vrouwen verplaatst
C
Een levend organisme die zich makkelijk kan verplaatsen
D
Een niet levend organisme die zich makkelijk kan verplaatsen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën kunnen snel groeien. Je ziet hier 1 deling.

1 bacterie deelt zich in een half uur. Hoeveel bacteriën zijn er na 2 uur?
A
4
B
8
C
16
D
32

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op kweek zetten van urine.
De urine wordt in het laboratorium op voedingsbodems op kweek gezet bij 37°C. Dit is voor de meeste bacteriën de ideale temperatuur om te groeien. Na 24 - 48 uur groeit elke bacterie uit tot een bacteriekolonie. Als er kolonies te zien zijn, is er sprake van een urineweginfectie. (blaasontsteking). Een microbiologisch analist beoordeelt de voedingsbodems. De huisarts krijgt de uitslag van de kweek en schrijft een antibiotica kuur voor.
A
Antibiotica doodt bacteriën
B
Antibiotica zorgt ervoor dat de bacteriën beter te zien zijn door de analist
C
Antibiotica stimuleert de voortplanting van bacteriën
D
Antibiotica zorgt ervoor dat bacteriën zich minder snel voortplanten

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een virus vertoont veel levensverschijnselen en kan zich met behulp van andere organismen voortplanten. Is een virus een levend wezen?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van het soort virus af
D
Dat is niet te bepalen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een virus
A
klein deeltje dat bestaat uit een cel zonder celkern
B
klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal, verpakt in een eiwitomhulsel
C
klein deeltje dat bestaat uit een cel met celwand en celkern
D
klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal in de cel

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een virus is:
A
een ziekteverwekker, kleiner dan elke cel
B
een slechte cel
C
een deeltje bestaand uit een eiwitmantel en erfelijk materiaal
D
een ziekteverwekker dat niet leeft

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

schadelijk en nuttig 


schadelijke bacterie kunnen in het lichaam infecties veroorzaken.

met antibiotica dood je deze schadelijke bacterie.

ook kunnen ze nuttig zijn en helpen voedingssmiddelen te maken zoals yoghurt. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoelen: 
Je kan 5 soorten ziekteverwekkers en hun eigenschappen beschrijven

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriële infectieziektes


 zoals longontsteking, blaasontsteking, salmonella, cholera 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resistente bacteriën
Resistentie door natuurlijke selectie:
- Iemand is ziek door een bacteriële infectie (blauwe en oranje bolletjes).
- Antibioticum dood de meeste bacteriën, behalve de resistente (oranje).
- Resistente bacteriën vermenigvuldigen zich, geven de eigenschap door.
- Antibioticum werkt niet meer.

Evolutie door natuurlijke selectie gaat snel, omdat bacteriën zich snel voortplanten.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ziek worden van schimmels
schimmelinfecties
schimmels in je eten

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zoek op wat een prion is en typ hier in je eigen worden wat je hebt gevonden

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Prion

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parasieten
  • Hierbij leeft een individu, de parasiet, op of in een individu van een andere soort, de
    gastheer.
  • Eén soort heeft voordeel, de ander een nadeel.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

parasieten (buiten het lichaam)
- Schurft (mijten)
- Luizen
- Schimmel


parasieten (in het lichaam)
- Maagdarmwormen
- Spoelworm
- Bloedworm
- maden horzel (botfly) 


Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aarsmaden 
wormpjes, onschadelijk, veroorzaken jeuk aan de anus

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Malaria 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schistosoma 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken opdracht 2 Infectieziekten
timer
25:00

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel gehaald? 
Je kan aan het einde van de les 5 soorten ziekteverwekkers noemen met hun kenmerken

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gifstof (prion)
Lintworm
Bacterie
(Cholera)
Teek
Protozoa
(Giardia)
Virus

Slide 48 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions