Spieren boven en onderbouw

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Stap 1: Download de LessonUp app op je mobiel
Stap 2: Gebruik je voornaam (is voor absentie!)
Stap 3: Voer de code in

ALLEMAAL AL GEDAAN ANDERS BEN JE HIER NIET

Stap 4: Spelen maar! Wie is de beste van de klas?

Slide 2 - Diapositive

Testvraag:
Wat zit er in het menselijk lichaam?
A
Kip
B
Spieren
C
Rijst
D
Brood

Slide 3 - Quiz

Lets go!
We hebben verschillende vragen:
ABCD vragen
Sleepvragen
Open vragen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Waar kan je van alles leren over je spieren?
A
Nemo
B
Body Worlds
C
Rijksmuseum
D
Eye Institute

Slide 6 - Quiz

Waar liggen de allerkleinste spieren in je lichaam?
A
Ogen
B
Handen
C
Tenen
D
Oren

Slide 7 - Quiz

Wat doet een spier?
A
Laat een gedeelte van je lichaam bewegen
B
Zorgt ervoor dat je rechtop blijft staan
C
Zorgt ervoor dat je in leven blijft
D
Zorgt ervoor dat je er goed uitziet

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er als jij je arm buigt?
A
De biceps worden langer
B
De biceps worden zachter
C
Je biceps worden harder
D
Je biceps worden korter

Slide 9 - Quiz

Hoeveel spieren heeft een mens?
A
526
B
912
C
639
D
1000

Slide 10 - Quiz

Waarmee zitten spieren vast aan botten?
A
Spieren zitten meteen vast aan het bot
B
Pezen
C
Spieren zitten niet vast aan het bot
D
Bloedvaten

Slide 11 - Quiz

Sleep de juiste tekst naar de juiste plek op het plaatje
Spier
Bot
Pees

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is spierpijn?
A
Een snee in je spieren
B
Een scheur in je spieren
C
Een steek in je spieren
D
Een breuk in je spieren

Slide 13 - Quiz

Hoeveel spieren gebruik je met lachen?
(Schrijf je antwoord op met cijfers. Bijvoorbeeld: 20)

Slide 14 - Question ouverte

Hoeveel spieren gebruik je met lopen?
(Zelfde als vorige vraag. Zet je antwoord in cijfers.)

Slide 15 - Question ouverte

Hoeveel spieren gebruik je met huilen? (Denk aan om met cijfers te antwoorden)

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel spieren gebruik je als je praat? (Cijfers invullen)

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

Welk afvalstof komt vrij als je suiker gegeten hebt?
A
Melkzuur
B
Melk
C
Zuur
D
Zuurmelk

Slide 19 - Quiz

Waardoor komt verlate spierpijn?
A
Overgebleven spierpijn
B
Overgebleven Melkzuur
C
Blauwe plekken
D
Spierscheurtjes

Slide 20 - Quiz

Wat wordt na spierpijn extra aangemaakt in je spieren?
A
Vezels
B
Spieren
C
Prikkelingen
D
Vet

Slide 21 - Quiz

Waardoor kan je spierpijn voorkomen?
A
Slecht trainen
B
Warming up
C
Je kan spierpijn niet voorkomen
D
Cooling down

Slide 22 - Quiz

Sleep de afbeeldingen naar het goede woord. 
Training
Warming up / cooling down

Slide 23 - Question de remorquage

Waar of niet waar?
In deze ronde komen waar of niet waar vragen. Dit zijn algemene weetjes. Wist jij deze dingen dus al?

Slide 24 - Diapositive

Iedereen heeft even veel spieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Waar
Iedereen heeft even veel spieren. Het maakt niet uit hoe jong je bent of dat je een jongen of meisje bent. 

Slide 26 - Diapositive

Met spierpijn kun je beter rust nemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Niet waar
Als je spierpijn hebt moeten de scheurtjes in je spieren weer worden gemaakt. Het bindweefsel wat in de spier terecht komt moet weten welke beweging de spier moet maken om mee te kunnen doen en de spier weer heel te maken. Hierdoor moet je juist gaan bewegen, zodat het bindweefsel weet wat hij moet doen. 

Slide 28 - Diapositive

Het hart is de enige spier die geen spierpijn heeft na een zware inspanning.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Waar
Je hart is continue aan het werk. Heb jij ooit wel eens spierpijn gehad in je hart?

Slide 30 - Diapositive

Het ooglid is de snelste spier van het lichaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Waar
Eén keer knipperen duurt slechts 100 tot 150 milliseconden wat betekent dat een persoon tot wel vijf keer per seconde kan knipperen. Dit komt uit op gemiddeld 5,2 miljoen keer knipperen per jaar. De oogspieren zijn hiermee naast de meest actieve, ook de snelste spieren van het lichaam.

Slide 32 - Diapositive

De tong is de sterkste spier van het lichaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Niet waar
De tong is heel sterk en wordt vaak genoemd als sterkste spier, maar in feite is dat niet zo. De tong bestaat namelijk uit meerdere kleine spieren. Hierdoor is het een spierbundel. 

Slide 34 - Diapositive

Om je spieren te versterken moet je minimaal 5 keer per week trainen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Niet waar
Je hoeft niet 5 keer per week te trainen om je spieren groter te maken. 3 keer per week is voldoende. 2 keer per week is te weinig. 

Slide 36 - Diapositive

Wie gaat er winnen?

Slide 37 - Diapositive

Je hebt geen spieren in je vingers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Waar
Je hebt spieren in de palm van je hand zitten die doorlopen tot je onderarm. Deze zorgen ervoor dat je je vingers kunt buigen en strekken. 

Slide 39 - Diapositive

Bedankt voor de aanwezigheid en tot de volgende les!!!

Slide 40 - Diapositive