Wat: Paragraaf 5.2, opdracht 3,4, 6, 10 en 11
Hoe: Eerste 5 minuten stil lezen (rood). Je mag zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 13:40
Klaar?: Maak de opdrachten van de vorige les als je die nog niet
af had. Kies een invulblad om te oefenen.
Begin alvast met het maken van een samenvatting op je eigen
manier van paragraaf 1 (evt met behulp van invulblad) en 2.