3T Kapitel 14 - Checkout

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

Kapitel 14

Leerdoelen van Kapitel 14

Aan de hand van de Leerdoelen van Kapitel 14 ga je een test maken.

- Aan de hand van een tabel kan je van sterke Duitse werkwoorden een voltooid deelwoord maken.

- In een Duitse zin kan jij het werkwoord Sein op de juiste manier in in de verleden tijd schrijven.

- In een Duitse zin kan jij het werkwoord Haben op de juiste manier in in de verleden tijd schrijven.

- Als ik het onderwerp of het lijdend voorwerp heb gevonden kan ik met de tabel het juiste woord opschrijven: ein, mein, kein, dein, sein, ihr, unser, euer, ihr, Ihr.

                           Klik verder-->

Grammatik:

Wiederholen Haben ein Sein

Wiederholen 

Haben ein Sein

Du _____ morgen in der Schule.(sein)
(tegenwoordige tijd)

Du _____ fünfzehn geworden.(sein)

Ihr _____ die Freunde von Hamza und Mo, oder?(sein)

Er_____in der Stadt gewesen.(sein)

Wir ____ deine Freunde? Mike und Guido? (sein)

Er____viele Geschenke bekommen von den Weihnachtsmann.(haben)

Wir______ den Weihnachtsbaum geschmückt? (haben)

Wann_____du Mathe?() Die dritte Stunde.(haben)

Ich_____deutsch von Mike und Verenda?(haben)

Grammatik:

Leerdoel 1

- In een Duitse zin kan jij het werkwoord Sein op de juiste manier in in de verleden tijd schrijven.

Du_____gestern in Berlin(was = verleden tijd)

Ich____in den Ferien in Marokko.(was)

Er____doch mit Lisanne in Deutschland?(was)

Wir______vorige Woche in den Fabrik(waren)

Der Auftrag______sehr schwierig(was)

Wo______du gestern?(was)

Mein Oma_____eine Polizistin.(was)

Sein Bruder_____erst ein Kelner und danach Koch.(was)

Grammatik:

Leerdoel 2

- In een Duitse zin kan jij het werkwoord Haben op de juiste manier in in de verleden tijd schrijven.

Ich_______früher viele Haustiere.(had = verledentijd)

Wir_____vier Katzen und einen Kaninchen.(hadden)

Du_____im Supermarkt kein Brot geholt.(had)

Meine Mutter_______die Katze draußen gelassen.(had)

Ihr_____wirklich im Fußballspiel.(hadden)

Mein Opa______früher ein Bäckerei(had)

Die Schauspieler_______keine Erfahrung.(hadden)

Frau Elena______eine Sekretärin.(had)

Grammatik:

Leerdoel 3

- Aan de hand van een tabel kan je van sterke Duitse werkwoorden een voltooid deelwoord maken.

Mike______die Schüler nicht gut_______(schrijf op: 'heeft geholpen')

Daan____seinen Armband_____(heeft verloren)

Heidi_______die Mäuse nicht________(heeft gevangen)

Ich habe eine ZEHN!! Es_____ _____(is gelukt)

Souraya_____nach Braziliën_____(is gevlogen)

Der Jungen____die Koffer nach oben______(heeft gedragen).

Mimi____die Tür____(heeft gesloten)

Was_____mit Stach_______?(is gebeurd)

Er_____4 Meter weit_____(is gesprongen)

Ikram____die Tür____(heeft gesloten)

Grammatik:

Leerdoel 4

- Als ik het onderwerp of het lijdend voorwerp heb gevonden kan ik met de tabel het juiste woord opschrijven: ein, mein, kein, dein, sein, ihr, unser, euer, ihr, Ihr.

meine, meinen, mein.
Sie spielt____Spiel(o).

meine, meinen, mein.
Ich kenne_____Lehrer(m) nicht.

seine, seinen, sein.
Marieke hat____Skihelm(m) gekauft

eine, einen, ein.
Ich kann_____Hund(m) nicht sehen!!!

deinen, deine, dein
Anna kauft_____Baum(m)

eine, ein, einen
____Sonne(v) scheint heute nicht.

Ihren, Ihre, Ihre
____Mann(m) kann gut Skifahren.

unseren, unsere, unser
____Frau(v) sieht das Mädchen(o)

Netjes!

Ga nu naar je docent en teken af!

Let op! De toets is moeilijker. Deze test laat zien of jij je opgaven goed begrepen hebt!!