oefentoets hst6 3HV

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

oefentoets

Wat is een juist voorbeeld van een collectief goed?

1. de straatverlichting
2. een auto
3. een potlood
4. het onderwijs

Geef een voorbeeld van een positief extern effect van betaald voetbal

Geef een voorbeeld van een negatief extern effect van betaald voetbal

Voor wie geld een CAO?

1. iedereen binnen een bedrijfstak
2. alle werknemers van NL
3. iedereen van een bepaald bedrijf

Als er een cao is hoef je geen individuele arbeidsovereenkomst te hebben.

1. klopt
2. klopt niet

Wat wordt er niet in de CAO geregeld.

1. loon
2. proeftijd
3. werktijden
4. auto van de zaak

CAO en Arbeidscontract zijn hetzelfde

1. Waar
2. Niet waar

Wat doet een vakbond?

1. Komt op voor de belangen van werknemers
2. Komt op voor de belangen van werkgevers
3. Komt op voor belangen van werknemers; onderhandelt met werkgevers over CAO en voorwaarden.
4. Komt op voor belangen van werkgevers; onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden

Wanneer het lidmaatschap van een vakbond verplicht zou zijn...

I kunnen vakbondsleden niet meer voorgetrokken worden tegenover niet-vakbondsleden.

II zijn er in ieder geval geen free riders meer.

1. Bewering I is juist, bewering II is onjuist
2. Beide bewerkingen onjuist
3. Beide bewerking juist
4. Bewering I is onjuist, bewering II is juist

Wanneer heeft de vakbond meer macht om hogere lonen te eisen?

1. Ruime arbeidsmarkt (meer aanbod aan arbeid dan vraag)
2. Krappe arbeidsmarkt (meer vraag naar arbeid dan aanbod)

een voorbeeld van een Vakbond is

1. Pvda
2. Bornego College
3. VNONCW
4. CNV

Welke stelling over quasi-collectieve goederen klopt?

1. Voor een quasi-collectief goed hoef je niet te betalen
2. bij een quasi-collectief goed kun je vragers uitsluiten.
3. quasi-collectieve goederen kunnen alleen door de overheid geleverd worden

De overheid geeft veel geld uit aan collectieve goederen. Voor wie zijn de collectieve goederen bestemd?

1. burgers
2. ambtenaren
3. rijksoverheid
4. rijk, provincie, gemeente

Wat is geen kenmerk van collectieve goederen?

1. komen alleen tot stand door collectieve dwang
2. men kan een individuele prijs vragen
3. niet-uitsluitbaar
4. niet-rivaliseren

Van collectieve goederen kunnen alle burgers gebruik maken

1. juist
2. onjuist

In welk rijtje staan alleen collectieve goederen?

1. lantaarnpalen, politie, ziekenhuizen
2. lantaarnpalen, brandweer, onderwijs
3. lantaarnpalen, onderwijs, wegen
4. lantaarnpalen, rechtspraak, paspoort

En de overheid is...

1. De particuliere sector
2. De collectieve sector

Onder de 'overige inkomsten' van de overheid vallen o.a.:

1. aardgasbaten en dividendbelasting
2. aardgasbaten en accijns
3. aardgasbaten en boetes
4. aardgasbaten en kansspelbelasting

Jan is docent, hij is geen lid van een vakbond. Er zijn wijzigingen in het CAO waardoor Jan ineens recht heeft op het doen van een studie van uit school en gaat hiervoor. Is hier spraken van meeliftgedrag?

1. Nee, vakbonden zijn er voor iedereen
2. Ja, Jan is geen lid van een vakbond maar krijgt nu wel een studie
3. Nee, dit is afgesproken voor heel Nederland
4. Ja, Jan heeft zelf niet onderhandeld.

Is hier sprake van een gevangendilemma?

1. Nee. De uitkomst is optimaal
2. Nee. Er is sprake van korting
3. Ja. Want er is sprake van een supoptimaal evenwicht
4. Ja. Want ze hebben beiden een dominante strategie

Albert Heijn kondigde, tijdens een ‘prijzenoorlog’ bij de supermarkten, een prijsverlaging van zijn producten aan. Later constateerde Albert Heijn dat, ondanks de lagere prijzen, de omzet gelijk was gebleven aan het voorgaande jaar.
De afzet van Albert Heijn is in deze periode:

1. gedaald
2. gelijk gebleven
3. gestegen

Wat doet Jumbo als AH een prijzenoorlog start

1. Wel een prijzenoorlog
2. Geen prijzenoorlog