Noël en France

Les traditions de Noël














1 Jour 1 Actu 
Les traditions de Noël
Le vocabulaire de Noël
Le quiz de Noël
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Les traditions de Noël














1 Jour 1 Actu 
Les traditions de Noël
Le vocabulaire de Noël
Le quiz de Noël

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

La fête de Noël en France.
Het kerstfeest in Frankrijk is op 24 december (in de avond) en op 25 december (1e kerstdag): le jour de Noël. Alleen 25 december is een vrije dag. De kerstman brengt de cadeau's die onder de kerstboom worden gelegd. Versierd met slingers van lampjes en met kerstballen.
Le pêre Noël offre les cadeaux.
la remise des cadeaux a lieu le jour du 25 décembre.
Les cadeaux des enfants sont le plus souvent déposés au pied d’un sapin de Noël décoré de guirlandes lumineuses et de boules. 

Slide 3 - Diapositive

Les plats d'un repas de Noël
  • Un apéritif (du pastis, une coupe de champagne)
  • Une entrée
  • Un plat principal (viande ou poisson)
  • Le fromage
  • Le dessert
  • Un digestif (le cognac, le porto, du Grand Marnier)

Slide 4 - Diapositive

In Frankrijk wordt bij de kerstmaaltijd eerst een voorgerecht gegeten (une entrée) daarna is meestal kalkoen of vis het hoofdgerecht (le plat principal)
Als afsluiting is er eerst een keuze uit allerlei kazen op een kaasplateau en daarna volgt het dessert of toetje (le dessert) dan wordt meestal een taart gegeten in de vorm van een boomstam: la bûche de Noël.

Slide 5 - Diapositive

Le fromage
Le camembert
Le roquefort
Le cantal
Le brie
Le bleu d'Auvergne

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

VOCABULAIRE 3 MIN. BEKIJKEN
le père Noël- de kerstman
la guirlande- de slinger
les boules de Noël- kerstballen
le sapin- de kerstboom
un joyeux Noël- prettig kerstfeest
la renne- het rendier

Slide 8 - Diapositive

Kerstmis duurt in Frankrijk:
A
drie dagen.
B
een avond en twee dagen.
C
een avond en één dag.
D
één dag.

Slide 9 - Quiz

Een traditioneel Frans dessert bij het kerstdiner is een:
A
chipolatataart met marsepein
B
chocoladetaart in de vorm van een boomstam
C
appeltaart met honing
D
soesjestaart overgoten met chocolade

Slide 10 - Quiz

Le sapin betekent:
A
De slinger
B
De taart
C
Het rendier
D
De kerstboom

Slide 11 - Quiz

volgens het filmpje vinden sommige mensen het kerstfeest:
A
te commercieel
B
te lang duren
C
te vermoeiend
D
te kort duren

Slide 12 - Quiz


A
la guirlande
B
le sapin
C
la bûche
D
la renne

Slide 13 - Quiz

prettig kerstfeest =
A
une Bûche de Noël
B
un Bon Noël
C
un Cher Noël
D
un Joyeux Noël

Slide 14 - Quiz

In frankrijk sturen mensen elkaar kerstkaarten
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive