Na deze les weten jullie hoe je signaalwoorden gebruikt, je mening over eigenschappen van een product opschrijft en kun je op basis van een schrijfplan een productbeoordeling schrijven.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weten jullie hoe je signaalwoorden gebruikt, je mening over eigenschappen van een product opschrijft en kun je op basis van een schrijfplan een productbeoordeling schrijven.
Slide 1 - Diapositive
Wat weten jullie nog van de vorige lessen?
En vooral, wat weten jullie van signaalwoorden?
Slide 2 - Diapositive
Signaalwoorden, als iemand iets juist niet moet doen?
maar- je moet echter..........
Slide 3 - Diapositive
signaalwoorden voor gebruik in de juiste volgorde ?
eerst
daarna
vervolgens
Slide 4 - Diapositive
signaalwoorden iets tegelijkertijd uitvoeren?
ondertussen
terwijl
Slide 5 - Diapositive
signaalwoorden waarom uitvoeren?
omdat
want
Slide 6 - Diapositive
Schrijfplan maken
Noteer het onderwerp van de tekst en beschrijf in het kort wat er in elke alinea komt.
Slide 7 - Diapositive
Wat zijn argumenten?
Als je andere mensen wilt overtuigen, moet je niet alleen je mening geven. Je moet ook aantonen dat je gelijk hebt
Slide 8 - Diapositive
Mening geven.
Als je je mening geeft, laat dan zien dat het om jouw mening gaat. Schrijf dus: Ik vind ... Volgens mij …
Als je beleefd wilt zijn, kun je beter voorzichtig formuleren, bijvoorbeeld met: Het verbaast me dat … Ik vind het vreemd dat … Wees duidelijk over wat je vindt, maar overdrijf niet.
Luister dan nog even verder, anders lees je voordatje de opdrachten gaat maken, eerst zelfstandig de theorie op blz. 177 goed door.
Opdrachten maken 1 t/m 3 blz. 177-178
Slide 11 - Diapositive
Je kunt een tekst schrijven om een product te beoordelen. Je geeft dan je mening over verschillende eigenschappen van een product en je legt uit waarom jij dat vindt.
Bijvoorbeeld: Ik vind de geur (= eigenschap) van Axe Africa Bodyspray (= product) te sterk (= mening), want als mijn broer het gebruikt, ruik je dat in het hele huis
(= argument).
Slide 12 - Diapositive
Zo schrijf je een beoordeling
1- Noteer op een vel kladpapier welke beoordelingswoorden jij van toepassing vindt.
2- Leg in de inleiding uit om wat voor product het gaat.
Slide 13 - Diapositive
3-Geef kort de belangrijkste feiten over bijvoorbeeld merk, prijs en uiterlijk.
4- Geef in het middenstuk per alinea je mening over één eigenschap. Vergelijk bijvoorbeeld de eigenschap met die van een ander merk. Leg met argumenten je mening uit.
5- Herhaal in je slotalinea kort het belangrijkste en geef je eindoordeel.
Slide 14 - Diapositive
Even checken.
Wie vertelt mij in het kort, wat er zojuist is verteld?
Geen vingers! Ik geef de beurt aan ......................................
Slide 15 - Diapositive
Aan de slag
Slide 16 - Diapositive
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd?
Wat moet je onthouden, is belangrijk?
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?