Woordenschat H1 M2

Woordenschat
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Woord strategieën 
Als je de betekenis van een woord niet kent, zijn er verschillende strategieën om achter te betekenis te komen.

Slide 2 - Diapositive

Strategieën 
  1. Zoek in de tekst naar een  synoniem: een woord 

Slide 3 - Diapositive

Zo zoek je een synoniem
  • Kijk of in dezelfde zin een synoniem staat
  • Staat het synoniem niet in dezelfde zin, lees dan ook de vorige en de volgende zin of alinea

Slide 4 - Diapositive

Oefenen
  1. Niet alleen Mette is intelligent, maar ook haar broer en zus zijn heel slim. 
  2. In deze fabriek produceren ze badmode. Ze maken er badjassen, bikini's en zwembroeken.

Slide 5 - Diapositive

Noteer het synoniem van 'absent' uit de zin:
De docent vraagt wie er absent is, maar er is niemand afwezig.

Slide 6 - Question ouverte

Noteer het synoniem van 'ongetwijfeld' uit de zin:
Ook al zitten we allebei op een andere school, we blijven elkaar zeker zien en zullen ongetwijfeld nog leuke dingen doen.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer het synoniem van 'imiteren' uit de zin:
Lisa kan dierengeluiden imiteren. Ze kan bijvoorbeeld heel goed een kip nadoen.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer het synoniem van 'besmetten' uit de zin:
Je kunt iemand besmetten met griep zonder dat je het weet. Vooral jonge kinderen kunnen elkaar gemakkelijk met het griepvirus aansteken.

Slide 9 - Question ouverte

Aan de slag
Je gaat opdracht 2 t/m 5 maken in je schrift. 
  • Dit mag je zelfstandig doen, maar je mag ook samenwerken in een tweetal
  • De opdrachten staan bij de bronnen in de studiewijzer
  • Ben je klaar: kijk de opdrachten na

Slide 10 - Diapositive