schrijfvaardigheid oefening VWO6

Wat is de juiste aanhef van de formele brief?
A
Chère Madame,
B
Monsieur,
C
Madames, Monsieurs,
D
Monsieur Macron,
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is de juiste aanhef van de formele brief?
A
Chère Madame,
B
Monsieur,
C
Madames, Monsieurs,
D
Monsieur Macron,

Slide 1 - Quiz

Vertaal: van 3 mei tot 15 juni
A
de 3 mai au 15 juin
B
du 3 mai au 15 juin
C
du 3 mai à 15 juin
D
de 3 mai à 15 juin

Slide 2 - Quiz

Vertaal: in 2022
A
en 2022
B
au 2022
C
dans 2022
D
pendant 2022

Slide 3 - Quiz

Zoek de twee fouten in deze zin:
Je suis disponible de 8 juin au 30 julliet
A
julliet (= juillet)
B
disponible (= disponsible)
C
de (= du)
D
au (= à)

Slide 4 - Quiz

Wat kan beter in deze zin:
Je peux commencer le trois décembre.
A
commencer = > commence
B
LE moet weg
C
peux = > pourrais
D
peux => veux

Slide 5 - Quiz

Zoek de twee fouten in deze zin:
Je cherche un l'emploi temporaire en france.
A
france => France
B
emploi => poste
C
Je cherche => Je cherches
D
un l'emploi => un emploi

Slide 6 - Quiz

Vertel dat... je wilt solliciteren op de vacature voor gids in de Alpen.

Slide 7 - Question ouverte

Je geeft een periode aan: "je suis disponible ........"
A
de 15 Septembre à 12 Novembre
B
de 15 septembre à 12 novembre
C
du 15 Septembre au 12 Novembre
D
du 15 septembre au 12 novembre

Slide 8 - Quiz

Traduis: ik zou graag mijn Frans verbeteren.

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal:
Ik ontvang graag/ik zou graag ontvangen (informatie bijv)

Slide 10 - Question ouverte

Solliciteren
A
appliquer
B
poser ma candidature
C
applicationer
D
solliciter

Slide 11 - Quiz

Vertel dat ... je na je eindexamen een tijdje naar Frankrijk zou willen gaan.

Slide 12 - Question ouverte

Welke zin is juist?
A
Je fais beaucoup de la natation.
B
Je fais beaucoup le nager.
C
Je fais beaucoup nager.
D
Je fais beaucoup de natation.

Slide 13 - Quiz

Vertaal: Ik zit nu in de eindexamenklas.

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal: Ik doe dit jaar eindexamen.

Slide 15 - Question ouverte

Werkwoorden

Slide 16 - Diapositive

Zet in de passé composé
wij zijn geweest
A
Nous avons été
B
Nous sommes été
C
Vous êtes été
D
Vous avez été

Slide 17 - Quiz

ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
je serai
D
je serais

Slide 18 - Quiz

futur simple:
hij zal zijn
A
il sera
B
il aura
C
il ira
D
il voudra

Slide 19 - Quiz

Wat is de imparfait van etre?
wij waren =
A
nous étaions
B
nous étions
C
nous etrions
D
nous avions

Slide 20 - Quiz

Zet in de passé composé
on (avoir)
A
on a eu
B
on as eu
C
on a été
D
on avons été

Slide 21 - Quiz

Alinea's verbinden/ structuur aanbieden 

Slide 22 - Diapositive

Sleep de signaalwoorden naar het verband dat zij aangeven. 
Opsomming
Reden
Tegenstelling
Conclusie
car
mais
par contre
donc
en plus
au contraire
comme
ensuite
alors
d'abord
puis
parce que
bref
cependant

Slide 23 - Question de remorquage