schrijfvaardigheid oefening VWO6

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5,6

Wat is de juiste aanhef van de formele brief?

1. Chère Madame,
2. Monsieur,
3. Madames, Monsieurs,
4. Monsieur Macron,

Vertaal: van 3 mei tot 15 juni

1. de 3 mai au 15 juin
2. du 3 mai au 15 juin
3. du 3 mai à 15 juin
4. de 3 mai à 15 juin

Vertaal: in 2022

1. en 2022
2. au 2022
3. dans 2022
4. pendant 2022

Zoek de twee fouten in deze zin:
Je suis disponible de 8 juin au 30 julliet

1. julliet (= juillet)
2. disponible (= disponsible)
3. de (= du)
4. au (= à)

Wat kan beter in deze zin:
Je peux commencer le trois décembre.

1. commencer = > commence
2. LE moet weg
3. peux = > pourrais
4. peux => veux

Zoek de twee fouten in deze zin:
Je cherche un l'emploi temporaire en france.

1. france => France
2. emploi => poste
3. Je cherche => Je cherches
4. un l'emploi => un emploi

Vertel dat... je wilt solliciteren op de vacature voor gids in de Alpen.

Je geeft een periode aan: "je suis disponible ........"

1. de 15 Septembre à 12 Novembre
2. de 15 septembre à 12 novembre
3. du 15 Septembre au 12 Novembre
4. du 15 septembre au 12 novembre

Traduis: ik zou graag mijn Frans verbeteren.

Vertaal:
Ik ontvang graag/ik zou graag ontvangen (informatie bijv)

Solliciteren

1. appliquer
2. poser ma candidature
3. applicationer
4. solliciter

Vertel dat ... je na je eindexamen een tijdje naar Frankrijk zou willen gaan.

Welke zin is juist?

1. Je fais beaucoup de la natation.
2. Je fais beaucoup le nager.
3. Je fais beaucoup nager.
4. Je fais beaucoup de natation.

Vertaal: Ik zit nu in de eindexamenklas.

Vertaal: Ik doe dit jaar eindexamen.

Werkwoorden

Zet in de passé composé
wij zijn geweest

1. Nous avons été
2. Nous sommes été
3. Vous êtes été
4. Vous avez été

ik ben geweest (passé composé)

1. je suis été
2. j'ai été
3. je serai
4. je serais

futur simple:
hij zal zijn

1. il sera
2. il aura
3. il ira
4. il voudra

Wat is de imparfait van etre?
wij waren =

1. nous étaions
2. nous étions
3. nous etrions
4. nous avions

Zet in de passé composé
on (avoir)

1. on a eu
2. on as eu
3. on a été
4. on avons été

Alinea's verbinden/ structuur aanbieden 

Sleep de signaalwoorden naar het verband dat zij aangeven. 

Opsomming

Reden

Tegenstelling

Conclusie

car

mais

par contre

donc

en plus

au contraire

comme

ensuite

alors

d'abord

puis

parce que

bref

cependant