Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Spreken en Gesprekken 2F
Spreken
en
gesprekken voeren
2F
Slide 1 - Diapositive
Opdracht: Ga met elkaar in gesprek
Kies uit de volgende onderwerpen:
Je laatste WhatsApp bericht
Een foto die je deze week gemaakt hebt
Je favoriete app op je telefoon
Je favoriete muzieknummer uit je playlist
****
Tijd: 3 minuten
Slide 2 - Diapositive
Terugblik op het gesprek
Wat was het onderwerp?
Was je vooral aan het leiden?
Was je vooral aan het volgen?
Wat was het doel van het gesprek?
Slide 3 - Diapositive
Examen gesprekken, denk goed aan:
Beurten nemen
Afstemming op doel
Afstemming op de gesprekspartner
Woordgebruik en woordenschat
Grammaticale beheersing
Verstaanbaarheid en vloeiendheid
Slide 4 - Diapositive
Tijdens het examen gesprekken moet ik letten op:
Slide 5 - Carte mentale
Presenteren.... kun je leren!
Slide 6 - Diapositive
Ik vind presenteren spannend.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Wat zijn je valkuilen bij presenteren?
Slide 8 - Question ouverte
Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?
Slide 9 - Question ouverte
Voorbereiding
Maak een goede planning.
Verzamel informatie. Gebruik ook de informatie die je vindt bij je stelling.
Denk aan goede voorbeelden bij elk argument.
Maak keuzes.
Slide 10 - Diapositive
Verdeel je presentatie in een inleiding – middenstuk - slot
Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere afbeeldingen).
Schrijf de presentatie uit en leer de presentatie aan de hand van sleutelwoorden (je mag een spiekbriefje met sleutelwoorden gebruiken).
Oefenen – oefenen - oefenen.
Slide 11 - Diapositive
Opening
Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening.
Slide 12 - Diapositive
Creatieve opening
Citaat
Quiz
Raadsel
Humor
Anekdote
Bedankje
Een vraag aan je publiek
Enzovoorts...
Slide 13 - Diapositive
Wat is belangrijk aan je houding tijdens het spreken?
Slide 14 - Carte mentale
Houding
- Sta met twee benen op de grond.
- of: Zit rechtop. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 15 - Diapositive
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 17 - Quiz
Presenteer jezelf!
In een presentatie gebruik je verbale en
non-verbale communicatie
Slide 18 - Diapositive
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie.