Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Spreken en Gesprekken 2F
Slide 1 - Diapositive
Opdracht: Ga met elkaar in gesprek
Kies uit de volgende onderwerpen:
Je laatste WhatsApp bericht
Een foto die je deze week gemaakt hebt
Je favoriete app op je telefoon
Je favoriete muzieknummer uit je playlist
****
Tijd: 5 minuten
Slide 2 - Diapositive
Terugblik op het gesprek
Schrijf op:
Wat was het onderwerp?
Was je vooral aan het leiden?
Was je vooral aan het volgen?
Wat was het doel van het gesprek?
Slide 3 - Diapositive
Examen gesprekken
Beurten nemen
Afstemming op doel
Afstemming op de gesprekspartner
Woordgebruik en woordenschat
Grammaticale beheersing
Verstaanbaarheid en vloeiendheid
Slide 4 - Diapositive
Tijdens het examen gesprekken moet ik letten op:
Slide 5 - Carte mentale
Presenteren.... kun je leren!
Slide 6 - Diapositive
Ik vind presenteren spannend.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Opdracht in duo's
Vertel kort iets aan de ander over een onderwerp.
Probeer de ander te INFORMEREN.
Vertel WAAROM je dit bericht hebt gekozen.
Beantwoord VRAGEN van de luisteraar.
Na 5 minuten wisselen.
timer
10:00
Slide 8 - Diapositive
Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?
Slide 9 - Question ouverte
Voorbereiding
Verzamel informatie. Gebruik ook de informatie die je vindt bij je stelling.
Denk aan goede voorbeelden bij elk argument.
Maak keuzes.
Slide 10 - Diapositive
Verdeel je presentatie in een inleiding – middenstuk - slot
Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere afbeeldingen).
Schrijf de presentatie uit en leer de presentatie aan de hand van sleutelwoorden (je mag een spiekbriefje met sleutelwoorden gebruiken).
Oefenen – oefenen - oefenen.
Slide 11 - Diapositive
Opening
Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening.
Slide 12 - Diapositive
Wat is belangrijk aan je houding tijdens het spreken?
Slide 13 - Carte mentale
Houding
- Sta met twee benen op de grond.
- of: Zit rechtop. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 14 - Diapositive
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 16 - Quiz
Presenteer jezelf!
In een presentatie gebruik je verbale en
non-verbale communicatie
Slide 17 - Diapositive
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie.