Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Plattegrond
Slide 1 - Diapositive
Plattegrond
Slide 2 - Diapositive
Welkom
Wat moet je pakken?
Laptop
Rekenmachine
Boek deel 2 (blz. 146)
'Startopdracht'
Slide 3 - Diapositive
Welkom
Wat gaan we vandaag doen?
D-toets maken online of in je boek
LessonUp
Slide 4 - Diapositive
D-toets
Online (H8 helemaal, H7 1 t/m 7)
In je boek (blz. 144 helemaal) (blz. 100 1 t/m 7)
Ondertussen kun je vragen stellen.
Slide 5 - Diapositive
timer
30:00
Slide 6 - Diapositive
Oefentoets H8
8.1 Herleiden
Slide 7 - Diapositive
Herleid
3x−−2x+6x−2y
A
11x−2y
B
9xy
C
7x+2y
D
13xy
Slide 8 - Quiz
Herleid
−3x⋅2y⋅2⋅6
A
72xy
B
k.n.k
C
−72xy
D
7xy
Slide 9 - Quiz
Herleid
8⋅2a+6⋅4a
A
14+6a
B
40a
C
40a2
D
14+6a2
Slide 10 - Quiz
Herleid
−3x+2y
A
−xy
B
k.n.k
C
xy
D
−5xy
Slide 11 - Quiz
Oefentoets H8
8.2 Haakjes wegwerken
Slide 12 - Diapositive
Werk de haakjes weg
−5p(−3p+7)
A
−15p2−35p
B
15p2−35p
C
k.n.k
D
20p
Slide 13 - Quiz
Werk de haakjes weg
2x(5y−2)−5x⋅2y
A
24x2y
B
−4
C
20xy−4x
D
−4x
Slide 14 - Quiz
Bereken: Steven is x+ 4 jaar oud. Zijn moeder is 3 keer zo oud. Hoe oud is zijn moeder over 8 jaar?
A
3x+20
B
3x+32
C
3x+12
D
3x+96
Slide 15 - Quiz
Bereken de oppervlakte van de rechthoek hiernaast
A
7ab−4b
B
6a
C
6ab
D
10ab−4b
Slide 16 - Quiz
Oefentoets H8
8.3 Machten
Slide 17 - Diapositive
Bereken
−(5)4
A
-625
B
-20
C
625
D
125
Slide 18 - Quiz
Geef het antwoord van de volgende opgave:
−(−2⋅−4)3
Slide 19 - Question ouverte
Geef het antwoord van de volgende opgave:
8−34⋅(5−4)3−5
Slide 20 - Question ouverte
Oefentoets H8
8.5 Machten en letters
Slide 21 - Diapositive
Schrijf als één macht:
a12⋅a4
A
a48
B
2a16
C
kan niet
D
a16
Slide 22 - Quiz
herleid:
4a2⋅5a4
A
9a6
B
20a6
C
9a8
D
20a8
Slide 23 - Quiz
herleid:
4ab3⋅5a4b2⋅−2b
A
k.n.k.
B
−40a5b6
C
40a5b6
D
−40a6b5
Slide 24 - Quiz
herleid:
4ab3−5a3b
A
k.n.k.
B
−a4b4
C
−a3b
D
−ab3
Slide 25 - Quiz
Herleid
a3⋅a2+4a5
A
5a5
B
a+4a5
C
a5+4a5
D
a6+4a5
Slide 26 - Quiz
Herleid
3a2(a3−2a2)−3a4(a−1)
A
k.n.k.
B
−9a4
C
6a5−3a4
D
−3a4
Slide 27 - Quiz
Omrekenen: 3000 cm = ? hm
A
0,3 hm
B
0,03 hm
C
0,003 hm
D
3 hm
Slide 28 - Quiz
Omrekenen: 7000 m = ? km
A
70 km
B
7 km
C
0,7 km
D
700 km
Slide 29 - Quiz
Lengtematen omrekenen 5 mm = ..... cm
A
0,5 cm
B
50 cm
C
500 cm
D
5000 cm
Slide 30 - Quiz
Pauline heeft een schilderij. Het schilderij is 45 cm lang en 30 cm breed. Pauline wil een lijst maken voor het schilderij. Hoeveel meter lijst heeft Pauline nodig? Denk aan je berekening.
Slide 31 - Question ouverte
Bereken de omtrek van dit zwembad en geef je antwoord in dam.
Slide 32 - Question ouverte
3 km² = ... dam²
A
30 dam²
B
0,3 dam²
C
300 dam²
D
30000 dam²
Slide 33 - Quiz
0,6 dm² = ... mm²
A
60 mm²
B
6 mm²
C
6000 mm²
D
600 mm²
Slide 34 - Quiz
0,07 are = ... m²
A
7 m²
B
0,7 m²
C
70 m²
D
0,007 m²
Slide 35 - Quiz
14 km² = ... ha
A
1,4 ha
B
0,14 ha
C
140 ha
D
1400 ha
Slide 36 - Quiz
Vul het rijtje in. Druk tussen ieder antwoord op enter. Zet er geen eenheden bij!
4 m = ... cm 13,3 km = ... dm 87 000 mm = ... hm
Slide 37 - Question ouverte
Vul het rijtje in. Druk tussen ieder antwoord op enter. Zet er geen eenheden bij!
0,45 km² = ... m² 150000 dm² = ... ha 63000 mm² = ... dm²
Slide 38 - Question ouverte
3,2 km² + 800 ha = ... km² Zet er geen eenheid bij!
Slide 39 - Question ouverte
In de tuin hiernaast is een bloemperk aangelegd. De rest is betegeld. Bereken de oppervlakte van de hele tuin. Denk aan je berekening.