H6 geluid studentenversie

Hoofdstuk 6 Geluid studentenversie
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 2 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 Geluid studentenversie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid maken 
Geluidsbron

Geluid ontstaat als een 
geluidsbron trillingen 
veroorzaakt.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidsbron
Een geluidsbron is iets
 wat geluid maakt. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidsbron
Tussenstof
Ontvanger
Uitleg: bron, tussenstof en ontvangen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De route van geluid in je oor

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het oor: de weg van het geluid

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gehoorschade
Te hoog geluidssterkte zorgt ervoor dat haarcellen in het slakkenhuis afbreken. Dat kan niet meer herstellen, gevolg gehoorverlies/
lawaaidoofheid.
(bij > 80 dB)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid kun je zichtbaar maken! Hoe?!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid zichtbaar maken

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De oscilloscoop
Een oscilloscoop kan geluidstrillingen omzetten in een elektrisch signaal

Met de oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid zichtbaar maken!
Met een oscilloscoop kun je geluid zichtbaar maken op een scherm.
Je kunt zien of er sprake is van een hoge of lage toon en of het hard of zacht geluid is
Door te kijken naar de instelling van de oscilloscoop en het aantal hokjes te tellen kun je de periodetijd bepalen en de frequentie berekenen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat horen we : Lage tonen en hoge tonen
We kunnen Geluid zichtbaar maken met een een apparaat dat we oscilloscoop noemen. Geluid bestaat uit golven
We kunnen lage en hoge tonen horen, harde en zachte geluiden horen. 
Het beeld hiernaast laat een golf zien van een lage en een hoge toon. Een lage toon heeft een lange golf. Een hoge toon heeft een scherpe golf. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hard en zacht geluid.

Hard geluid: trilling met een hoge golf
Zacht geluid: trilling met een lage golf

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

frequentie en amplitude
Frequentie (hertz) bepaalt of de toon hoog of laag is

Amplitude (decibel) bepaalt of de toon hard of zacht is

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hertz
  • Hoeveel trillingen een frequentie heeft. 
  • 100 Hz = 100 trillingen per seconde
  • Hoge frequentie heeft meer trillingen dan een lage
  • 0 decibel = 1000 hertz

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel trillingen een frequentie heeft.
100 Hz = 100 trillingen per seconde
Hoge frequentie heeft meer trillingen dan een lage

0 decibel = 1000 hertz

Lage frequenties, zoals 20 Hz, worden geassocieerd met diepe basgeluiden, terwijl hoge frequenties, zoals 20.000 Hz, overeenkomen met scherpe hoge tonen.
Geluidssterkte en frequentie
Geluidssterkte: Hoe hard/zacht geluid is: decibel (dB)
Frequentie: Hoge en lage tonen (toonhoogte): hertz (Hz)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidssterkte
  • Geluidssterkte is hoe hard geluid is
  • Geluidssterkte meet je met een decibel meter
  • de eenheid van geluidssterkte is decibel (dB)
  • verdubbeling van de geluidssterkte is +3 dB

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pijngrens en gehoordrempel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met decibel (2)
1 persoon die praat is dus 50 dB, hoeveel is dat bij 8 personen?

                                   1 persoon   =   50 dB
                                   2 personen =   53 dB
                                   4 personen =   56 dB
                                   8 personen =   59 dB

Deze berekening is het makkelijkst als je dit zoals hierboven uitschrijft. Dat mag je dus ook doen, geen formules nodig.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelheid van licht is veel groter dan snelheid van geluid 
Bij een onweersbui zie je ook eerst de flits en daarna hoor je het geluid van de donder.
Tel het aantal seconden tussen de flits en de donder, deel dit door 3 en je hebt de afstand tot de onweersbui in km.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met geluidsnelheid
Geluidsnelheid berekenen:

Vgeluid = s : t 
Afstand berekenen: 

s = Vgeluid x t 


Hierin is: 
Vgeluid = snelheid van geluid in  meter/seconde (m/s)
s = afstand in meters (m)
t = tijd in seconde (s)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rekenen met de geluidssnelheid
(gemiddelde snelheid = v)
geluidsnelheid in lucht is 343 m/s

geluidssnelheid in water is 1500 m/s

Hiermee kan je de tijd (t) of de afstand (s) uitrekenen als je nog 1 gegeven hebt! 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelheid van geluid
Snelheid van geluid in lucht is 343 m/s

De snelheid van geluid is verschillend per tussenstof
water: 1480 m/s
ijzer: 5100 m/s

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geluidsabsorptie?
Geluidsabsorptie is het vermogen van een tussenstof om geluid te absorberen en te verminderen, bijvoorbeeld gordijnen, wollen vloerbedekking.
Bij geluidsterugkaatsing hoor je het geluid wel terug, maar met een tijdsverschil.

Slide 26 - Diapositive

Bespreek wat geluidsabsorptie is en geef enkele voorbeelden van materialen die geluid absorberen.
Geluid Absorptie
Als geluid op de schuine kant van het 
foam valt, wordt het gedeeltelijk
geabsorbeerd, het geluid dat 
wordt weerkaatst valt dieper in
het foam, wordt geabsorbeerd en
een klein gedeelte gaat dieper 
het foam in enz. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geluidsabsorptie/ -isolatie
Denk erom dat je geluidsabsorptie niet verwart met geluidsisolatie! Een materiaal dat geluid absorbeert, hoeft niet isolerend te zijn. Veel geluidsabsorberende materialen hebben een open celstructuur, zijn doorblaasbaar en laten daarom bijna al het geluid door. 

Geluidsabsorptie reduceert de nagalmtijd in een ruimte door geluidsgolven te absorberen.
Bij geluidsisolatie zorgt men ervoor dat het geluid niet van de ene ruimte naar de andere ruimte kan gaan. Hierbij is massa een bepalende factor.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Echoscopie
Echosende zendt ultrasoon geluid uit

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Echo
  • Dolfijnen en vleermuizen gebruiken echo
  • Als ze een echo horen, zijn dieren dichtbij

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Echolood en echolocatie

Op schepen wordt de diepte van het water gemeten met een echolood (dieptemeter)

Deze techniek heet echolocatie

Op vissersschepen wordt echolocatie gebruikt om scholen vissen op te sporen. (fishfinder)

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassing: echo
Wat is echo?
Welke informatie heb je nodig om je afstand (in meter) te bepalen?
- tijd (in seconden) 
- gemiddelde snelheid van geluid (343 m/s)
Berekenen: afstand = gemiddelde snelheid x tijd

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Muziek
Met je mond en je stembanden kun je heel veel tonen maken. Van laag tot hoog. Muziek is geluid met verschillende tonen.
Snaarinstrumenten, blaasinstrumenten en slaginstrumenten

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Instrumenten
strijk instrumenten (viool)
snaar instrumenten (gitaar)
blaas instrumenten (fluit)
slag instrumenten (drums)

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toonhoogte (snaar instrumenten)
Hangt af van:
- spanning
- doorsnede snaar
- lengte snaar

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snaar instrumenten

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blaasinstrumenten
Betekenis blaasinstrumenten: een muziekinstrument waarmee geluid wordt voortgebracht door er lucht in of overheen te blazen.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toonhoogte veranderen 
Blaasinstrument: door open en sluiten van gaten veranderd lengte van lucht kolom. hoe langer de luchtkolom hoe lager de toon

Slaginstrument: door losser en strakker draaien van vel kun je toon hoger en lager maken. Hoe strakker het vel hoe hoger de toon.

Toonhoogte veranderen blaas/slag instrumenten

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luidspreker en microfoon
Bevatten dezelfde onderdelen, maar werken in tegengestelde richting

luidspreker: permanente magneet, spoel en een conus
microfoon: permanente magneet, spoel en een trilplaatje

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Microfoon en Luidspreker
Overeenkomst: 
  • beide hebben een spoel en een magneet
  • omzetten van: bewegingsenergie <==> elektrische energie
Verschil:               
  • microfoon heeft een membraan
  • luidspreker heeft een conus

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

microfoon en luidsprekers

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting en vragen
  • In het dictaat vind je bij hoofdstuk 6 een samenvatting en ook vragen en opdrachten.
  • Ook in deze LessonUp vind je nog wat (reken)opdrachten.
  • Bestudeer dan ook nog de stof na afloop van deze les en uiteraard ter voorbereiding op je toets!

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions